Menu
Geavanceerd zoeken

Partnergeweld is een maatschappelijk probleem dat vaak onderschat wordt. Huisartsen weten vaak niet op welke signalen ze moeten letten, hoe ze partnergeweld bespreekbaar moeten maken, welke rol ze moeten vervullen en hoever ze hierin kunnen en mogen gaan. Partnergeweld schaadt zowel op sociaal als economisch gebied en het beïnvloedt de mentale en fysieke gezondheid van individuele vrouwen, mannen, adolescenten en kinderen. Als gezinsarts kan de huisarts in de detectie en aanpak van partnergeweld een cruciale rol spelen.

Deze familie kende ik al heel lang. Een neef was een goede vriend van mij en later bleek een tante van mij nog een tijd als meid gewerkt te hebben in het huishouden. Ze woonden in een, voor mij toen, imposant huis met een muziekkamer en een bibliotheek en veel burgerlijke stijfheid.

‘Man doodt ex-partner te X’, ‘Familiedrama in Y ’: het is bijna dagelijkse kost in het nieuws. Als huisarts worden we hiermee gelukkig niet al te vaak geconfronteerd. Wel hebben we dagelijks patiënten op consultatie met eerder vage klachten: aanslepende rug- of hoofdpijn, vermoeidheid, het ‘niet meer zien zitten’. Precies deze veelvoorkomende klachten kunnen door geweld in het gezin van de patiënt veroorzaakt worden. Geweld dat vaak lang verborgen blijft in een sfeer van schaamte, angst en afhankelijkheid. Geweld dat niet altijd fysiek en spectaculair is, maar vaak langdurig en subtiel...

Hoe dikwijls een ziekte in een populatie voorkomt, is een eenvoudige vraag met een zeer complex antwoord. Nochtans is het belangrijk voor verschillende disciplines in de gezondheidszorg om de frequentie van aandoeningen te kennen.

Hoe kan de huisarts zo effectief (doelgericht) en efficiënt (energiezuinig) mogelijk medische informatie terugvinden? ‘Online On the Spot’ is een zoekmethode die de huisarts snel bij valide wetenschappelijke bronnen wil brengen die een antwoord bieden op een vraag die zich tijdens het consultatievoeren stelt.

Praktijkhuis Baarle stapte in 2009 van het traditionele ‘per verrichting’ betalingssysteem over op het forfaitaire betalingssysteem. Deze wijziging bood de gelegenheid om het overstappen naar een forfaitair betalingssysteem te bestuderen. Vooraf werd nagegaan of de invoering van het forfaitaire systeem in Praktijkhuis Baarle haalbaar was. Achteraf werd bestudeerd hoe de invoering verlopen was. Deze ervaring kan een inspiratiebron zijn voor de organisatievorm in andere huisartsenpraktijken.

Hoewel onderzoek over de ideeën, bezorgdheden en verwachtingen (ideas, concerns, expectations) van patiënten in de huisartsgeneeskunde bestaat, is er een schaarste aan studies die deze triade en de relatie met het voorschrijven nagaat.

Therapieontrouw van patiënten in de behandeling van type 2 diabetes is een probleem dat zowel medicatie- als levensstijlinterventies betreft. Men schat dat slechts 63% van de bevolking na een jaar zijn chronische medicatie nog correct inneemt en dat ongeveer 30% van de ‘medicatiedagen’ niet correct wordt ingevuld. Volgens een andere studie zou 65% van de patiënten zijn dieet correct volgen, maar slechts 19% zou voldoende lichaamsbeweging nemen.

De huisarts is het best geplaatst om de zorg van diabetespatiënten te coördineren en op te volgen. Een optimale behandeling begint bij het aanpassen van de levensstijl.

De ene patiënt is de andere niet. De ene zie je zitten, de andere minder. Van de ene verdraag je eigenlijk te veel zonder morren en de andere heeft het verkorven nog voor je hem of haar ziet.