Menu

In België is allergie ten opzichte van hymenopteragif veelal toe te schrijven aan steken van wespen (Vespula germanica, V. vulgaris) en in veel mindere mate aan steken van honingbijen (Apis mellifera) en de Europese hoornaren (Vespa crabro). Hommelsteken (Bombus spp.) zijn zeldzaam en treden meestal op door professionele blootstelling, zoals bij personeel van hommelkwekerijen en groente- en fruitkwekers die hommels inzetten voor de natuurlijke bestuiving van hun planten.

België is koploper van de Europese Unie in de vijfjaarsoverleving op dikkedarmkanker, dankzij screening en vrije toegang tot een goede behandeling. In de richtlijn ‘Dikkedarmkankerscreening’ van Domus Medica leest u o.a. de nieuwe klemtonen in het Vlaams Bevolkingsonderzoek Dikkedarmkanker en hoe u screent en opvolgt bij risicopatiënten.

Waar ligt de grens tussen ongemanierd en agressief gedrag? Wanneer wordt het voor de arts bedreigend? En is dit voor iedere arts hetzelfde? Doelmatige preventie en interventie zal met deze verschillen rekening houden.

Tijdens het consult moet de arts alle input verwerken tot een output die klinisch relevant is: een antwoord op de vraag van de patiënt én het herkennen van belangrijke ziektebeelden. Het boek ‘Klinisch redeneren’ legt uit hoe dit proces gebeurt en hoe de arts zijn/haar klinisch denken kan verbeteren.

In het nieuwe boek ‘Klinisch redeneren: van model naar competentie’ schrijft Jef Van den Ende zoals hij is: begeesterend, inspirerend, uitdagend. Bijna twintig jaar geleden leerde ik via Jef Van den Ende en Rudi Bruyninckx het begrip ‘drempels’ kennen. Dat het niet altijd nodig was om 100% zeker te zijn van een diagnose duurde even voor dat echt volledig doordrong. Meer zelfs, dat het streven naar te veel zekerheid schadelijk kon zijn voor de patiënt en voor het systeem, was voor mij toen ronduit een eyeopener.

Patiënten willen een duidelijke uitleg als je een diagnose stelt of een beleid uittekent. Ze beschouwen dit terecht als een belangrijke taak van hun arts. Soms schieten we daar als huisarts zelf te kort, soms ligt de oorzaak in de tweede lijn. Wie heeft nog niet meegemaakt dat een patiënt terug afzakt naar zijn vaste huisarts voor meer uitleg na een bezoekje bij de specialist?

Bij onverklaarde lichamelijke klachten bekruipt ons steeds het onbehaaglijke gevoel of een klacht wel voldoende doorgrond is en of er misschien toch een verklaring schuilt die we nog niet kennen. Dat geldt zeker voor recent ontstane klachten. Maar wat als die klachten maandenlang bestaan en de diagnostiek uitgeput is? Daartoe biedt dit boek een handreiking.

Met dit praktische handboek geeft auteur Willy De Weerdt, emeritus hoogleraar aan de faculteit bewegings- en revalidatiewetenschappen van de KU Leuven, een duidelijk en uitgebreid geïllustreerd overzicht van het klinisch neurologisch onderzoek.

Dit boek behandelt de normale ontwikkeling van kinderen en adolescenten op een bondige, wetenschappelijk onderbouwde maar toch leesbare manier. Hoewel het werk in heel wat opleidingen als cursus wordt gebruikt, leest het nooit echt helemaal als een stoffig tekstboek, met uitzondering misschien van de eerste drie meer theoretische hoofdstukken. Dit komt onder andere omdat de auteur bij elke herdruk steeds met de input van studenten, docenten en andere lezers probeerde rekening te houden. Bovendien werd actueel wetenschappelijke onderzoek geïncludeerd, vooral van Nederlandse afkomst.

In de Verenigde Staten lijdt 6 tot 10% van de volwassen bevolking aan neuropathische pijn. Een deel van deze patiënten hebben onvoldoende baat bij de klassieke medicijnen als antidepressiva, anti-epileptica en eventueel morfinederivaten. De Number Needed to Treat (NNT) varieert tussen 3,6 en 7,7; de Number Needed to Harm schommelt tussen 11,7 (opioïden) tot 25,6 (anti-epileptica). Als de pijnproblematiek aanhoudt, vertaalt zich dat in een minder goede gezondheidsbeleving en triggert het angst- en depressiesymptomen. Daarnaast is er een aanzienlijke maatschappelijke kost door hoge...