Menu
Geavanceerd zoeken

‘Niet goed zien’ is een vage klacht, die van alles kan betekenen. Ziet de patiënt niet scherp (visus), is er sprake van wazig zicht net alsof hij/zij doorheen een glasgordijn kijkt, mankeren er stukjes in het beeld (of dus in het gezichtsveld), is het alsof de patiënt door een tunnel kijkt, ziet hij/ zij flitsen of bliksemschichten, zijn er van die vervelende vlekjes die altijd meelopen bij oogbewegingen, ziet de patiënt plots dubbel of is er plots verlies van zicht? Het goed doorvragen naar de aard, het begin en het beloop van een visusstoornis is van groot belang om zicht te krijgen op de...

Zowel patiënten als artsen ervaren drempels voor de diëtist. Zoals het artikel van Tessa Vansant et al. aangeeft zijn er verschillende redenen zoals vanuit de patiënt ‘het plezier van eten niet willen opgeven’ of vanuit de artsen ‘doorverwijzing vaak niet nodig is en een gezonde voeding vaak al voldoende is’ (zie blz. 32). ‘Diëtist’ is een erkend paramedisch beroep conform KB 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen en het KB van 19 februari 1997. De diëtist werkt op voorschrift van de arts een praktisch voedingsadvies uit, op maat van de patiënt, biedt educatie en ondersteunt...

Welke drempels ervaren huisartsen, diëtisten en patiënten? Chronische nierinsufficiëntie (CNI) wordt gedefinieerd als de aanwezigheid van structurele of functionele nierschade sinds drie of meer maanden. Met structurele schade wordt de aanwezigheid van proteïnurie, hematurie of structurele afwijkingen bedoeld. Functionele schade uit zich als een glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR volgens de MDRD-formule) van minder dan 60 ml/min/1,73 m2. De prevalentie van CNI in Vlaanderen bedraagt 13% volgens de gegevens van de Intego-databank en stijgt aanzienlijk met de leeftijd en de aanwezigheid van...

De meeste maatregelen voor een daadwerkelijke taakverlichting van huisartsen zijn nog onvoldoende, vooral voor de kleinere solo- en duopraktijken. Huisartsen moeten het ook eens worden over het takenpakket van de ‘medical management assistant’, de praktijkassistent(e) en de verpleegkundige in de praktijk. Sinds 2014 kiezen studenten opnieuw meer voor huisartsgeneeskunde.1 Het is de vraag of deze tendens zich zal doorzetten, want huisartsen worden nog steeds geconfronteerd met een hoge werkdruk.2,3 De huisarts oefent zijn functie uit in een vaak belastende werksituatie. Door de toename van...

Resultaten van een bevraging in Huisartsenwachtpost Antwerpen Noord Taakdelegatie als oplossing voor huisartsentekort? Een dreigend tekort aan huisartsen en een toenemende zorgvraag zetten de huidige organisatie van de eerstelijnsgezondheidszorg in België onder druk. Volgens onderzoek is er momenteel in België geen tekort aan huisartsen in vergelijking met andere landen. Maar door maatschappelijke veranderingen (meer gespecialiseerde zorg, meer preventieve en chronische zorg, multimorbiditeit, complexe zorg, hogere levensverwachting, vergrijzing) stijgt de takenlast van de huisarts. Daarbij...

Implementatie van een verpleegkundige in een niet-forfaitaire praktijk Het Federaal Kenniscentrum Gezondheidszorg gaf in de 'position paper' van 2012 al te kennen dat de werkdruk in de Belgische huisartsenpraktijk groter is dan in de omringende landen, hoewel we relatief kleine praktijken kennen. Maatschappelijke evoluties zoals een toenemende prevalentie van chronische ziektes maar ook het voortschrijden van de technologische evolutie en therapeutische mogelijkheden zetten ons gezondheidszorgsysteem onder druk. Praktijken zullen meer patiënten krijgen, chronische zorg wordt complexer waardoor...

In september 2016 start de Universiteit Antwerpen samen met enkele hogescholen de opleiding 'Verpleegkundige in de huisartsenpraktijk'. Een van de bezielers, prof. dr. Roy Remmen, legt uit waarom zo'n opleiding belangrijk is.

We moeten als huisarts dringend terug actief nadenken over de kern van ons vak. Zeker met de geplande herziening van het KB 78 over de inhoud van de zorgberoepen moeten we duidelijker stellen wat onze basiscompetenties zijn en hoe we ons onderscheiden van de andere beroepen.

In eerste instantie riep dit kleine boekje wat weerstand op. Zelfs met behulp van het dikke DSM-5-handboek is het moeilijk om mensen met een psychische stoornis in een classificatiesysteem te wurmen. Hoe kan je dit dat doen met behulp van een minigids?

‘Burn-out is het nieuwe fibromyalgie’ hoor je wel eens fluisteren in de wandelgangen. Wat beide patronen in elk geval gemeen hebben, is de machteloosheid die ze oproepen bij patiënten, hun naastbetrokkenen en hun hulpverleners. Dit boek biedt minstens een interessant en verrassend uitgangspunt. Een burn-out ontstaat volgens de auteurs omdat er een unipolaire levenshouding is ontstaan, met een overmaat aan actief zijn, denken, willen, moeten.