Op vijfenzestigjarige leeftijd, na drieëndertig jaar onverdroten werken aan de geneeskundige opleiding aan de K.U. Leuven werd Prof. Dr. Josué Vandenbroucke toegelaten tot het emeritaat.
De W.V.V.H. wil haar opties plaatsen in het kader van de huidige malaise van de gezondheidszorg. Kan men met fundamentele opties voor een toekomstgericht gezondheidsbeleid reeds in 1980 de nodige besparingen doen?
Het Project van samenwerking tussen Huisartsen en Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg, (december '76 tot einde december ’78). Het betrof hier een gezamenlijk project van de W.V.V.H. en de Nationale Belgische Bond voor Geesteshygiëne.
Op 11 november jongstleden werd o.m. ons maandblad «Huisarts Nu» op de onderzoekstafel gelegd. In vier sessies werd met telkens een andere groep lezers overlegd.
Ter inleiding wordt gesteld dat de discussie op 11 november 1979 waarvoor meer dan 75 deelnemers hadden geopteerd, geenszins tot een besluitvorming zal leiden doch veeleer richtinggevend zal zijn voor de werkgroep met dit bepaalde probleem belast.
Aan de hand van een korte uiteenzetting werd in de vier groepen telkens uiteengezet wat de bedoelingen van de kommissie dienstbetoon zijn: een hulp te zijn om de huisartsengeneeskunde uit te oefenen volgens de filosofie en volgens de ideeën van praktijkvoering die de W.V.V.H. voorhoudt.
Het vernieuwde en vereenvoudigde bejaardendossier werd voorgesteld. In zijn huidige vorm was het voor alle aanwezigen haalbaar, binnen het normaal funktioneren van de huisartsenpraktijk.