Menu

In de grondwet van Brazilië staat gebeiteld dat het een verplichting is om voor alle burgers gezondheidszorg te organiseren. De openbare gezondheidszorg en het eerstelijnsprogramma ‘Family Health Strategy’ voorziet, met de inzet van 35 000 huisartsenteams en 250 000 maatschappelijke gezondheidswerkers, betekenisvolle zorg voor meer dan 100 miljoen mensen.

Geïnformeerde keuze is sinds een tijdje een goed ingeburgerde term in het (Vlaamse) kankerscreeningsland. Vroegtijdige opsporing met mammografie kan de sterfte aan borstkanker doen dalen, maar veel (de meeste?) vrouwen weten niet dat via de screening ook borstkanker wordt ontdekt die zonder gevolg zou zijn gebleven.

In 2009 werden de resultaten gepubliceerd van een studie waarin 1791 gepensioneerde militairen met diabetes type 2 al dan niet aan een strikte glucoseregeling werden onderworpen. Het doel van deze studie bestond erin om de cardiovasculaire uitkomsten te bestuderen bij een intensieve aanpak van diabetes versus die bij normale zorg.

Dit boek vormt het derde deel in een reeks van vier boeken over communicatie in de gezondheidszorg. In het eerste boek ‘Aan weerszijden van de stethoscoop. Over kwaliteit van zorg en communicatie’ werd vooral aandacht gegeven aan modellen die aantonen hoe men een vertrouwensrelatie met de patiënt opbouwt.

Eindelijk, dacht ik, een ‘checklist-manifest’ waarin ik leer nooit meer aan een uitstrijkje te beginnen zonder het swabje klaar te leggen. Geen gehandschoend gepruts meer, terwijl de vrouw geduldig wacht met het speculum ter plaatse.

Transgenderzorg is relatief nieuw, waardoor de huisarts maar zelden met deze problematiek geconfronteerd werd. Toch is er een duidelijke evolutie merkbaar; zo was er ook een aanpassing van de wetgeving in 2007.

Val- en fractuurpreventie in de huisartsenpraktijk is een complexe problematiek. Het detecteren van personen met een verhoogd risico op vallen, het bepalen van de onderliggende oorzakelijke factoren en het zoeken van oplossingen in samenspraak met de patiënt en zijn omgeving kan enkel multidisciplinair gebeuren en vergt samenwerking binnen de eerste en zo nodig met de tweede lijn.

Hoewel een meerderheid van de palliatieve patiënten ervoor kiest om niet te overlijden in een ziekenhuis, gebeurt dit nog vaak. In België is, evenals in sommige andere landen, het aantal ziekenhuisoverlijdens wel gedaald (van 55,7% tot 51,7%) tussen 1998 en 2007. Dit aantal ligt echter nog steeds hoger dan bijvoorbeeld in Nederland of Nieuw-Zeeland (34%).

Een op de vijf personen met een handicap leeft in armoede en een op de vier ervaart een financiële barrière tot de gezondheidszorg. Een hoge zelfredzaamheid en werkloosheid blijken hierin belangrijke factoren. In toekomstig onderzoek zou de focus niet enkel gericht moeten zijn op de oorzaken van de huidige precaire situatie van personen met een handicap, maar ook op preventieve oplossingen voor armoede en verminderde financiële toegang tot gezondheidszorg. Er is vooral behoefte aan onderzoek naar maatregelen die het uitstellen van medische hulp verminderen.

Volgens dit onderzoek in vier geselecteerde Anderlechtse praktijken stelt 12% van de geïdentificeerde patiënten een huisartsbezoek uit omwille van financiële redenen. Onderliggende redenen hadden betrekking op de ernst van de aandoening, de kennis van financiële regelingen, de bespreekbaarheid van het probleem en het tijdstip van de maand. De patiënten gaven zelf twee soorten oplossingen aan. Ten eerste ging het om strategieën die zij zelf konden toepassen, ten tweede suggereerden ze mogelijke pistes om het zorgsysteem toegankelijker te maken.