Menu
Geavanceerd zoeken

In april had het B.R.T.-gezondheidsmagazine het over anale klachten, een onderwerp uit de taboesfeer (hopelijk niet meer voor het artsencorps).

De WV.V.H.-statuten voorzien dat een voorzitter normaal slechts één termijn van vier jaar in functie blijft. Bij de jaarwisseling van 1985 naar 1986 bedankte de W.V.V.H. dan ook haar voorzitter Maurice SEUNTJENS voor de bewezen diensten en verving hem door Jos VAN BRAGT. Dat lieten we u overigens al eerder weten, toen het recent nieuws was; toen beloofden we u ook een nadere kennismaking met de nieuwe man aan het roer. Het ogenblik is gekomen.

Slapeloosheid is vaak niet te situeren in de context van een somatische of psychiatrische pathologie. Als men rekening houdt met de psychologische dimensies van dit disfunctionele gedrag, kan men het vanuit een psychologisch denkmodel benaderen. In de klinische praktijk rijzen er dan wel twee vragen: wanneer zijn psychologische interventies haalbaar en in welke gevallen dient men de patiënt hiervoor naar een geschoolde psychotherapeut te verwijzen ?

Bij wetenschappelijk onderzoek over arteriële bloeddruk kan men zich de vraag stellen: «Hoe relevant zijn de resultaten, want wat beïnvloedt er al niet de patiënt bij een meting in de onvertrouwde sfeer van een wetenschappelijke studie ?», vragen die des te meer rijzen als het om oudere patiënten gaat. Daarom besloot de huisartsenkring van Deinze om zich via de huisartsenpraktijken een beeld te vormen van de arteriële bloeddruk bij de volwassen bevolking die regelmatig de huisarts bezoekt.

Een loodgieter heeft meer dan één soort sleutels nodig bij zijn werk; een arts heeft meer dan één denkkader nodig. Het sociale denkkader is vaak het lelijke eendje uit de reeks: het is weinig eervol, moeizaam en tijdrovend werk met weinig kans op succes. Toch kunnen we er omwille van de veelvuldige en dringende vraag van de patiënt vaak niet onderuit.

Enkele jaren geleden werd eens in de Centrale Raad voorgesteld om meer aandacht te besteden aan de adolescent. Dit lokte toen de volgende spitse commentaar uit: «Die hebben we nog niet gehad; laat ons die categorie patiënten ook maar medicaliseren!»