Wat zijn de belangrijke anamnestische en klinische elementen bij de diagnosestelling van piepende ademhaling bij kinderen? Is het huidige beleid bij kinderen met de symptoomdiagnose ‘piepende ademhaling’ in overstemming met de richtlijnen?
Hoever kleuren we buiten de lijntjes met ons eigen antibioticavoorschrijfgedrag? Een herkenbare situatie die de complexiteit tussen aanbeveling en praktijk illustreert.
De reden om voor de vierde keer bijzondere aandacht te geven aan onderzoek in verband met infectieziekten, gebruik van antimicrobiële middelen en antimicrobiële resistentie is de vierde Europese Antibioticadag. In dit nummer bundelen we kort en krachtig recente onderzoeken.
Om de antibioticaresistentie mee te helpen terugdringen werden tal van richtlijnen en interventies ontwikkeld om huisartsen aan te zetten om bij acute luchtweginfecties voorzichtiger om te springen met antibiotica. Het is vooralsnog niet duidelijk welke strategieën succesvoller zijn en waarom. Om dit te achterhalen kan kwalitatief onderzoek naar attitudes en ervaringen van huisartsen zinvol zijn.
Acute hoest is een van de meest voorkomende redenen om een huisarts te raadplegen en om in de eerste lijn antibiotica voor te schrijven. Artsen vragen hun patiënten vaak naar de kleur van het sputum en hoe ziek ze zich voelen om hun beslissing te onderbouwen om al dan niet een antibioticum voor acute hoest voor te schrijven.
Richtlijnen worden ontwikkeld om niet-wetenschappelijk onderbouwde variatie in de zorg te verminderen. Richtlijnen voor de behandeling van infecties zouden clinici moeten helpen om antibiotica voor te schrijven aan die personen die er het meeste baat bij hebben en om meer eerstekeuzeantibiotica voor te schrijven in de hoop dat dit zou leiden tot betere zorg en minder risico's voor de patiënt, en de inperking van antibioticaresistentie.
Zo'n twintig jaar geleden werd de term 'sarcopenie' geïntroduceerd om het verlies van spiermassa op latere leeftijd te benoemen. Intussen werd in toenemende mate onderzoek gedaan naar de factoren die sarcopenie beïnvloeden en naar de preventie en behandeling ervan.
Hypothermie bij ouderen is een niet te onderschatten symptoom. Het kan een onschuldige oorzaak hebben, maar ernstigere aandoeningen kunnen ook aan de basis liggen. Belangrijk bij bejaarde patiënten is de vraag over het al dan niet ambulant behandelen.
Is de intuïtieve inschatting van de huisarts voldoende om zijn kwetsbare ouderen te identificeren of is hiervoor een gevalideerd screeningsinstrument noodzakelijk? Dit werd onderzocht in de eigen praktijk, waarbij ook instrumenten en een sjabloon voor zorgoverleg werden ontwikkeld.
Interventies gebaseerd op de componenten van het Chronic Care Model leiden tot een betere kwaliteit van de diabeteszorg. Dit blijkt ook uit dit onderzoek, maar er was nog ruimte voor verbetering, vooral wat de screening naar complicaties betreft.