Ik herinner het me nog levendig. Ik was elf jaar oud en op woensdagnamiddag speelden we graag geïmproviseerd voetbal op één of ander pleintje. Mijn motorische dynamiek maakte mij geschikt als middenvelder. Een leuke plek, want je kon zowel achteraan wat mee voetballen én even later een splijtende demarrage doen richting de goal van de tegenstander.