Menu

Hervorming van de palliatieve zorg

Hervorming van de palliatieve zorg

Rol van de huisarts in de nieuwe visienota van de Vlaamse overheid

Wat is bekend?
  • Huisartsen hebben altijd al een hoofdtaak opgenomen in de begeleiding van patiënten met palliatieve zorgbehoeften.
  • De voorbije jaren namen gespecialiseerde equipes veel zorgtaken op aan het bed van de palliatieve patiënt, wat leidde tot overvraging.
Wat is nieuw?
  • Het visiedocument ‘Hervorming van de palliatieve zorg in Vlaanderen’ spreidt palliatieve zorg over een grote groep ondersteuners, van mantelzorgers over generalistische (palliatieve) zorgverleners tot gespecialiseerde equipes.
  • Palliatieve zorg vormt een onderdeel van chronische zorg, waarbij huisartsen hun expertise en vaardigheden in chronische zorg aanpassen aan een palliatieve situatie.

Inleiding

Dertig jaar geleden betekende de opstart van de palliatieve netwerken en de multidisciplinaire mobiele begeleidingsequipes (MBE’s) een verschuiving in de palliatieve zorg. Huisartsen konden vanaf toen rekenen op experten in palliatieve zorg, wat een aanvulling was op de algemene, langdurige zorg die zij al op zich namen. De opdracht van de MBE’s werd toen zo geformuleerd: zorgverstrekkers advies geven over palliatieve zorg en huisartsen daarin ondersteunen.

Maar gaandeweg richtten deze equipes zich ook tot de palliatieve patiënt zelf en diens omgeving. Zo namen MBE-verpleegkundigen, in overleg met de behandelende huisarts, bepaalde zorgtaken over, zoals het aansturen van een pijnpomp.

Het groeiend aantal samenwerkingen, het toenemend aantal patiënten, de uitbreiding naar niet-oncologische (pijn)patiënten zorgden ervoor dat de MBE’s overstelpt werden.

Het visiedocument ‘Hervorming van de palliatieve zorg in Vlaanderen’ (2023) van de Vlaamse overheid stelt daarom voor dat de MBE’s zich opnieuw meer beperken tot hun oorspronkelijke opdracht van adviseren en ondersteunen.

Expertise van huisartsen

Ook de ervaring en expertise van huisartsen inzake palliatieve zorg namen toe, vooral via het ‘werkplekleren’ tijdens de samenwerking met de MBE’s.

Patiënten kunnen lang voor hun stervensfase palliatieve zorgbehoeften hebben. Palliatieve zorg is daarmee complementair aan curatieve zorg en ligt in het verlengde van chronische zorg. Huisartsgeneeskunde en palliatieve zorg zetten beide sterk in op persoonsgerichte zorg: de concrete zorgdoelen afstemmen op de persoonlijke doelen van de patiënt. Hierbij is het belangrijk om lijden te voorkomen en verlichting te brengen. Dit betekent vroegtijdige signalering van klachten en veranderingen, zorgvuldige beoordeling en een doeltreffende aanpak van problemen van lichamelijke, psychosociale en existentiële aard.

De zorg voor zieken in hun laatste levensfase is altijd al een kernpunt geweest dat huisartsen met veel engagement en inzet opnemen. Elke huisarts neemt verschillende rollen op in de palliatieve zorg. Het identificeren van patiënten met palliatieve zorgnoden is een eerste stap, waarna een gepersonaliseerd zorgplan wordt opgesteld dat de verwachte problemen proactief kan opvangen.

Zorgzame buurten

Het visiedocument ‘Hervorming van de palliatieve zorg in Vlaanderen’ gaat niet enkel over een hervorming van de gespecialiseerde zorg, maar wil in de eerste plaats de aandacht voor een palliatieve aanpak teruggeven aan een brede groep zorgverleners, mantelzorgers en betrokken burgers.

Vlaanderen wil in de toekomst inzetten op een geïntegreerde visie op palliatieve zorg, waarbij alle betrokken zorgverleners, en ook de burgers in de buurt, hun steentje bijdragen aan de zorg en de levenskwaliteit voor een mens tijdens de laatste maanden van diens leven.

Deze zorg start in de schoot van ‘zorgzame buurten’, waar informele palliatieve zorg een plaats heeft, waarna generalistische palliatieve zorg mee in beeld komt en ten slotte, indien nodig, ook de gespecialiseerde equipe palliatieve zorg.

Van chronische naar palliatieve zorg

Dergelijke aanpak van palliatieve zorg ligt in het verlengde van de rol van huisartsen in de langdurige zorg voor personen met chronische aandoeningen. Bovendien zijn huisartsen erg gevoelig voor niet expliciet uitgesproken problemen en verwachtingen en hebben zij oog voor de draagkracht van de omgeving. Vanuit hun ervaringen met chronische zorg zijn huisartsen geoefende meesters in het balanceren tussen wanneer het nodig is curatieve zorg in te schakelen en wanneer overgaan op comfortzorg.

Dreigt de zorg te complex te worden, dan kunnen huisartsen terugvallen op een lokaal netwerk van zorgverleners en welzijnswerkers, want iedere huisarts heeft eigen grenzen en competenties. Deze geven ook aan hoever het engagement in de palliatieve zorg kan worden opgenomen. Huisartsen zijn vaak wel de hoofdbetrokkene in de zorg, maar hoeven niet altijd op te treden als (zorg)coördinator binnen het zorgteam. Elke palliatieve begeleiding is een uitnodiging tot reflectie en leren, waardoor huisartsen steeds beter palliatieve zorg kunnen integreren in hun langdurige begeleidingen.

Steunpilaren bij palliatieve zorg

In de komende jaren zal het aantal patiënten met palliatieve zorgbehoeften toenemen. Dit vraagt om een verdere integratie van palliatieve zorg in het huisartsenlandschap. Zo kan een praktijkverpleegkundige tal van taken zelfstandig opnemen. Ook de huisartsenkring kan een ondersteunende rol op zich nemen, samen met een lokaal palliatief netwerk.

Het zijn geen nieuwe rollen voor huisartsen, maar een verheldering van taken en verantwoordelijkheden die tot hun kerntaken behoren. Vooral de groep oudere patiënten met multimorbiditeit heeft baat bij de groeiende palliatieve ervaring van huisartsen. Hoe dan ook, de MBE’s blijven met hun specialistische expertise beschikbaar. Ze kunnen in complexe situaties de rol van coördinator opnemen of ondersteuning bieden bij het werkplekleren voor de betrokken zorgverleners.

Ten slotte is er oog voor een continue opleiding (levenslang leren) om huisartsen te ondersteunen in hun palliatieve zorgtaken. Het (interprofessioneel) basisonderwijs en de navorming in de huisartsgeneeskunde biedt huisartsen kennis en handvaten, en dat in het verlengde van de chronische zorg.

Brochure ‘Ik word niet meer beter. En nu?’

Bij dit nummer van Huisarts Nu vindt u de vernieuwde brochure ‘Ik word niet meer beter. En nu?’ van Palliatieve Zorg Vlaanderen. Deze brochure geeft antwoord op vragen rond wilsverklaring, palliatieve zorg thuis en in het ziekenhuis, ondersteuning, mantelzorg, kosten, enzovoort.

Meer informatie: https://palliatievezorgvlaanderen.be.

De ‘Visienota over de hervorming van de palliatieve zorg in Vlaanderen’ is terug te vinden op de website van het Departement Zorg van de Vlaamse overheid: https://zorg-en-gezondheid.be/per-domein/palliatieve-zorg/visienota-over-de-hervorming-van-de-palliatieve-zorg-in-vlaanderen.

Besluit

Domus Medica en Palliatieve Zorg Vlaanderen slaan de handen ineen om huisartsen en hun team te ondersteunen, opdat huisartsen hun kerntaken kunnen blijven uitoefenen en patiënten met palliatieve zorgnoden de zorg krijgen die zij wensen en nodig hebben.

Auteur(s)
  • Emy Kool is verantwoordelijke van het Expertisedomein Chronische Zorg, Domus Medica;
  • Jeroen van den Brandt is huisarts en voorzitter Domus Medica;
  • Johan Wens is huisarts en voorzitter Palliatieve Hulpverlening Antwerpen;
  • Peter Pype is huisarts, voorzitter Palliatieve Zorg Vlaanderen en hoofddocent Vakgroep Volksgezondheid en Eerstelijnszorg, UGent.

Citeer dit artikel

Kool E, van den Brandt J, Wens J, Pype P. Hervorming van de palliatieve zorg: rol van de huisarts in de nieuwe visienota van de Vlaamse overheid. Huisarts Nu 2024;53:72-3.

Hebt u een vraag of opmerking?
Laat het ons weten!

CAPTCHA
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.