Menu

De WVVH stelde dit jaar de jongerenwerking prioritair, en wel om verscheidene redenen.

De plethora in zijn totaliteit dient aangepakt, het is een realiteit. Ik weet wel, er zijn velen die zeggen, het is nu al te laat.

Nood heeft men aan iets dat men belangrijk vindt, iets waar men zichzelf voor heeft ingezet, veel energie aan besteed, waar men waarde heeft aan gehecht, waarin men (menselijk) geïnvesteerd heeft.

Moment van bezinning: hoe wordt de WVVH gezien? Nog steeds als een bovenpool boven de huisartsen te velde of eerder als een service-organisatie ten dienste van diezelfde huisartsen?

Het is mij niet bekend hoelang men reeds spreekt over de (re)valorisatie van de huisartsgeneeskunde en de eerstelijnsgezondheidszorg.

Oog in oog met het besparingsplan moeten mij enkele bedenkingen van het hart.

We onderscheiden in dit verband twee partners, die bijzonder veel met mekaar te maken hebben, zowel wat hun herkomst aangaat als wat hun doelstellingen betreft. Aan de ene kant de universitaire HA-centra en aan de andere kant de WVVH.

Spreken over «beleid» impliceert dat er een beleid bestààt, dat er beleidsvoering is. Dat er een koers gevaren wordt in de richting van een bepaald doel. En laat ons nu net een keertje te vaak verweten worden dat de WVVH een beleid ontbeert, dat er geen beleidsvoering is. Dit is een onterecht verwijt.

Voor de Wetenschappelijke Vereniging is de bezorgdheid rond «Jongerenwerking» een vaststaande prioriteit anno ’84-’85.

Navorming voor de Vlaamse huisarts was ooit de ontstaansreden van de W.V.V.H. en is nog steeds het credo van de vereniging.