Menu

Dit omvangrijke boek werd geschreven door Michel Deruyttere, tot 2005 specialist Inwendige Geneeskunde en met een passie voor historie. Michel Deruyttere is onder andere stadsgids van Brugge en lid van de medisch-historische kring van Brugge. Hij maakte ook een scriptie over ‘Ziek zijn in Brugge in de 16e-17e eeuw’.

Dit Leerboek Huisartsgeneeskunde gaat niet over ziekten, maar over hoe huisartsen werken of zouden moeten werken. Aan deze editie werkten ruim vijftig Vlaamse en Nederlandse auteurs mee. Het boek, dat uitstekend als handboek kan dienen, vertrekt met een eigentijdse visie vanuit de zeven CANMED-competenties: medisch handelen, communicatie, samenwerking, kennis en wetenschap, maatschappelijk handelen, organisatie en professionaliteit.

Als startende praktijkopleider werd mijn aandacht getrokken naar dit boek. Wat doet een praktijkopleider en wat betekenen STACO en ROC ook alweer? Een blik op de inhoudstafel zal vele opleiders doen watertanden: sollicitatiegesprekken, opleiden op de werkvloer, werkplekleren, disfunctionerende aios,…

Dit boek biedt een wetenschappelijk onderbouwde fundering bij het klinisch onderzoek, de diagnose en het uitvoeren van specifieke testen bij patiënten met klachten aan het bewegingsapparaat. Een indrukwekkende lijst van referenties is daarvan getuige. Dit boek is in de eerste plaats bedoeld voor de Nederlandse patiënten die zich rechtstreeks aanmelden bij de fysiotherapeut.

Kankerpatiënten krijgen steeds vaker een individuele, multidisciplinaire behandeling. De tijd dat de systemische behandeling van kanker eenvoudigweg ‘chemo’ kon worden genoemd, is voorbij. In hun basisopleiding missen huisartsen echter vaak de oncologische achtergrondkennis. Dit boek, ontstaan vanuit een serie nascholingsartikelen, is bedoeld om deze lacune te dichten.

Als negendejaars is het de bedoeling dat ik al eens nadenk hoe ik mijn eigen praktijk wil vormgeven. Dit boek heeft mij deels een antwoord gegeven op mijn vragen. Alles staat kort uitgelegd en is goed te volgen, zonder dat er te veel in detail wordt getreden. In het eerste hoofdstuk rond contractregeling worden de voor- en nadelen van de verschillende manieren op tafel gelegd. Dit is meteen een antwoord op de meest prangende vraag van huisartsen die willen samenwerken.

Dit boek vormt het derde deel in een reeks van vier boeken over communicatie in de gezondheidszorg. In het eerste boek ‘Aan weerszijden van de stethoscoop. Over kwaliteit van zorg en communicatie’ werd vooral aandacht gegeven aan modellen die aantonen hoe men een vertrouwensrelatie met de patiënt opbouwt.

Eindelijk, dacht ik, een ‘checklist-manifest’ waarin ik leer nooit meer aan een uitstrijkje te beginnen zonder het swabje klaar te leggen. Geen gehandschoend gepruts meer, terwijl de vrouw geduldig wacht met het speculum ter plaatse.

Transgenderzorg is relatief nieuw, waardoor de huisarts maar zelden met deze problematiek geconfronteerd werd. Toch is er een duidelijke evolutie merkbaar; zo was er ook een aanpassing van de wetgeving in 2007.