Menu

Deze studie is tot stand gekomen in het ‘HTA-programme’ van het National Institute for Health Research (NIHR), dat vergelijkbaar is met ons Federaal Kenniscentrum. Dit studiecentrum verzamelt wetenschappelijk onderbouwde data die het beleid binnen de gezondheidszorg in het Verenigd Koninkrijk kunnen helpen oriënteren.

Het Integoproject (www.intego.be) kwam al meermaals aan bod in Huisarts Nu. Terecht. Het Integoregister is in Vlaanderen wellicht de enige plaats waar men incidentiegegevens kan vinden van aandoeningen in een niet-geselecteerde eerstelijnspopulatie.

De meeste klachten waarmee een patiënt bij de huisarts komt, zijn ‘alledaags’: veelvoorkomend, niet-chronisch en niet op een ernstige aandoening wijzend. Daarbij komen nogal wat van deze patiënten vaker dan één keer op consultatie binnen eenzelfde ziekte-episode. In de meeste gevallen is er geen reden tot ongerustheid.

Patiënten met aanslepende gastro-intestinale symptomen vormen een dagelijks consultatie-ingrediënt van elke huisarts. De diagnostische afweging balanceert dan tussen functionele klachten (irritable bowel syndrome) of een onderliggende pathologie. Coeliakie vormt hierbij een moeilijke, maar belangrijke diagnose.

Dat het zien van het lichaam na overlijden een belangrijk element is om de dood van een dierbare te verwerken, is algemeen aanvaard. De meeste artsen zullen hiermee instemmen en bij twijfel de nabestaanden zelfs aanmoedigen om de dode te gaan groeten, omdat het helpt om echt afscheid te nemen en het rouwproces daarmee geholpen kan zijn.

Het huidige gebruik van de term ‘epigenetica’ binnen de biologie doelt op twee gebieden: 1) het onderzoek naar de uitwerking van genen op het fenotype bij de ontwikkeling van een organisme en 2) het onderzoek naar erfelijke veranderingen in de genfunctie zonder dat de moleculaire DNA-structuur verandert.

De voorbije twintig jaar is het bewustzijn gegroeid dat de zorg rond het levenseinde beter kan. Palliatieve zorg heeft dan ook (gelukkig maar) een duidelijke vooruitgang geboekt, samen met de ontwikkeling van initiatieven van vroegtijdige zorgplanning.

De NHG-standaard Traumatische knieproblemen is een onderdeel van een drieluik standaarden over klachten aan de knie. In dit deel wordt ingegaan op contusie en distorsie van de knie, bandletsels, meniscusletsels en patellaluxatie.

Tot nu toe is metformine het enige orale antidiabeticum dat kon aantonen dat het in vergelijking met andere antidiabetica de totale mortaliteit reduceerde. Metformine heeft wel de kwalijke reputatie het risico op een lactaatacidose te verhogen.

Hydrochloorthiazide (HCT) is wereldwijd het meest voorgeschreven thiazidediureticum. Maar is dit het meest doeltreffende? Chloortalidon en HCT lijken structureel goed op elkaar, maar er is een indrukwekkend verschil in halfwaardetijd: bij HCT is deze 3-13 uur met belangrijke individuele verschillen, en bij chloortalidon 50-60 uur, indrukwekkend langer dus.