Menu

Op een drukke maandagmiddag zie ik in mijn nieuwe plattelandspraktijk in Nieuw-Zeeland Steve, een 50-jarige melkboer uit de regio, die slechts zelden de praktijk bezoekt. Een jongere dame, die ik eerder al als patiënte zag, begeleidt hem. Bij navraag blijken de twee vrienden van elkaar te zijn. Als ik vraag waarvoor Steve vandaag op doktersbezoek komt, zegt hij zonder emotie: “Ik heb pijn op de borst en zij (wijst naar zijn vriendin) vond dat ik daar toch maar eens mee naar de dokter moest gaan.” Zijn vriendin knikt: “Ik wil gewoon zeker zijn dat hij geen hartinfarct heeft ofzo.”

Hoe ervaren een huisarts en thuisverpleegkundige het aanstellen van een vertrouwenspersoon en vertegenwoordiger in de praktijk? Huisarts Olga Van de Vloed en thuisverpleegkundige Marie-Jeanne Vandormael geven enkele voorbeelden van waar het goed gaat in de praktijk maar ook waar het kan mislopen.

Op 29 februari, de laatste dag van februari, vindt traditioneel de Rare Disease Day plaats. Deze dag vraagt aandacht voor ongeveer 5% van de bevolking die met een zeldzame aandoening te kampen heeft. Een eenvoudige tool, de ‘FAMILY GENES’, kan artsen aanzetten een zeldzame ziekte sneller op te sporen.

Elk jaar worden in België 800 tot 900 nieuwe hiv-diagnoses vastgesteld. Dat stemt overeen met twee tot drie diagnoses per dag. Naar schatting leven er in ons land 20 000 mensen met hiv en weten 2000 tot 3000 mensen nog niet dat ze besmet zijn.

Het risico op een aneursyma wordt niet altijd in het medisch dossier genoteerd, waardoor veel afhangt van het nietpluisgevoel van de huisarts. Bij een biscupide aortaklep, de meest voorkomende hartafwijking, moet de huisarts altijd op zijn hoede zijn. Deze casus gaat verder op het artikel over screenen op aneurysma, dat in het vorige nummer van Huisarts Nu verscheen.

Arnold, een 70-jarige man, komt ’s avonds op raadpleging. De man klaagt van een stekende pijn in zijn onderbuik. Hij is de dag ervoor met de pijn opgestaan. Arnold heeft geen idee wat dit zou kunnen zijn, hij heeft deze pijn nog nooit eerder gevoeld. Hij maakt zich niet meteen zorgen, maar de pijn belemmert zijn activiteiten wel.

Migratie is wereldwijd een groeiend fenomeen. Een op vijf inwoners van de huidige Belgische bevolking is geboren met een vreemde nationaliteit. Elf procent is vreemdeling en negen procent buitenlander die Belg geworden is. Bijgevolg is het niet vanzelfsprekend dat elke patiënt in de wachtzaal onze taal beheerst. De taalbarrière die zo ontstaat tussen artsen en patiënten, kan communicatieproblemen met zich meebrengen en zo het klinisch werk ernstig bemoeilijken.

Een 15-jarige jongen consulteert zijn huisarts met purpura ter hoogte van de onderbenen. De huisarts denkt aan een cutane streptokokkeninfectie, schrijft antibiotica voor en verwijst hem door naar een dermatoloog. De purpura wordt echter plotseling groter en de jongen krijgt ook last ter hoogte van de linkerknie. Zijn ouders besluiten daarom om de dienst spoedgevallen te raadplegen.

Elisa is een 61-jarige vrouw met een goede algemene gezondheid. Als medische voorgeschiedenis kent zij enkel een discushernia C6-C7, waarvoor zij een operatie onderging. Ze heeft een verzorgd voorkomen, maar hier gaan heel wat zorgen achter schuil. De zorg voor haar mentaal gehandicapte zoon zet haar aan het piekeren, waardoor zij sinds enkele maanden met slaapproblemen kampt. Zolpidem 10 mg werd opgestart als medicatie in nood. Elisa consulteert omwille van een drukkend gevoel in de keel. Ze vraagt zich af of dit toe te wijzen is aan haar schildklier, aangezien een vriendin een tijdje geleden...