Menu

Dankzij de betere behandelingsmodelijkheden van HIV is de HIV-patiënt veeleer een chronische patiënt geworden, die voor zijn follow-up de huisarts opzoekt. Omdat er nog geen standaardbehandeling voor HIV voorhanden is, heeft de huisarts er alle belang bij om een goede samenwerking te bewerkstelligen met de tweede lijn en patiëntenorganisaties. Hiertoe werd in 1999 in Antwerpen een HIV-netwerk voor huisartsen opgericht. Vermits in België geen soortgelijke netwerken bekend zijn, werd de werking ervan via een kwalitatieve vergelijkende analyse onderzocht.

Hoewel er in België geen algemene wetgeving bestaat die de procedure rond HIV-tests regelt, kunnen artsen die een HIV-test uitvoeren zonder toestemming van de patiënt, burgerrechtelijk, strafrechtelijk en onder disciplinaire jurisdictie worden vervolgd. Deze studie ging na wat het aandeel van HIV-tests zonder toestemming van de patiënt is in de Belgische huisartsengeneeskunde en onderzocht de omstandigheden waarin dit gebeurt. Uit de resultaten blijkt dat meer dan 20 % van de preoperatieve, de voorhuwelijkse en de HIV-tests om administratieve redenen uitgevoerd worden zonder medeweten van de...

Streven naar gezondheid is in onze maatschappij een min of meer bindende gedragslijn geworden. In het verlengde hiervan worden mensen ook almaar meer aangesproken op genetische risico’s, waarvoor ze zich – onder druk van de huidige gezondheidsmoraal en het belang van de genetische factor in het ontstaan van ziekte – kunnen laten testen. Maar hoe staat de patiënt hiertegenover? Deze kwalitatieve studie ging na hoe ex-borstkankerpatiënten denken over predispositietests voor borstkanker. Willen ze wel weten of er enige voorbeschiktheid is? Voelen zij zich verantwoordelijk voor het (eventuele)...

Ieder organisme heeft zijn ‘eigenzinnige goede redenen’ om op een bepaalde manier te reageren. Iedere reactie is ook uniek. Maar disfunctioneel lijkend probleemgedrag kan in een andere context begrijpelijk worden. Mits sensitieve afstemming kan een arts aan het gedrag van zijn patiënt een zinvolle betekenis geven en hem zo motiveren om zijn probleem aan te pakken. Nochtans kan het – vaak zelfs – voorkomen dat de achterliggende problematiek te ernstig en te complex is om in de context van een huisartsenpraktijk op te lossen.

Eén op twee patiënten die hun huisarts bezoeken, heeft te maken met een chronische aandoening waaraan hijzelf of een familielid lijdt. Deze onthutsende vaststelling zet onze overheid aan om ingrijpende maatregelen te nemen op gebied van tussenkomsten en kwaliteit van zorg. Maar welke impact hebben chronische ziekten eigenlijk? Hoe definiëren we een chronische ziekte? Wie is chronisch ziek? En wie kent het label ‘chronisch’ toe? En ten slotte: waarmee moet de overheid rekening houden bij het bepalen van tegemoetkomingen aan deze groep patiënten?

Is euthanasie een medische handeling? Een positief antwoord op deze vraag zou betekenen dat iedere arts die in ziekenhuisverband een verzoek tot euthanasie inwilligt en daarbij de door de wet voorgeschreven zorgvuldigheidscriteria respecteert, niet meer kan worden ontslagen. Een belangrijke consequentie dus voor zowel arts als patiënt. Deze studie onderzocht de kwestie.

Seksueel overdraagbare infecties (SOI’s) zijn weer in opmars. Ondanks de herhaalde boodschappen voor veilige seks in de media en via andere kanalen, is er een verontrustende toename van HIV, chlamydia, syfilis en andere SOI’s. De zorgverlener die (vaak exclusief) de meeste SOI-risicopersonen ziet, is de huisarts. Hij is dus bijgevolg het best geplaatst om bij zijn patiënten gezond seksueel gedrag te stimuleren. Nochtans blijkt hij het dikwijls moeilijk te hebben om seksuele problematiek bij zijn patiënten aan te kaarten. Deze studie tracht de barrières te identificeren die een goede SOI...

Medical shopping is in. Steeds meer patiënten bezoeken willekeurig en systematisch verschillende artsen en/of ziekenhuizen. Maar wat zijn de gevolgen hiervan voor het prijskaartje van de gezondheidszorg? Deze studie onderzocht op basis van een steekproef van 4 800 patiënten uit twee regio’s (Aalst en Luik), of er een verband bestaat tussen zorgcontinuïteit (trouw aan één huisarts) en totale kostprijs van de medische zorgverlening.

Het verhaal dat de patiënt of diens familie aanbrengt, strookt niet altijd met de ware toedracht van het (achterliggende) probleem. Redenen hiervoor zijn divers: gebrekkige kennis, ontkende emoties, verborgen motieven enzovoort. Om dan te kunnen achterhalen wat er echt aan de hand is, moet de arts een dieper gravende en meer confronterende vorm van empathie toepassen. Dit derde artikel uit de reeks over het empathische gesprek schetst aan de hand van praktische voorbeelden wat dit niveau van empathie precies inhoudt.

Uit de literatuur blijkt dat artsen te weinig rekening houden met de werksituatie van hun patiënten. Nochtans hebben beroepsfactoren een belangrijk aandeel in het ontstaan van morbiditeit en mortaliteit. Een groepspraktijk Geneeskunde voor het Volk (GVHV) te Zelzate ging na of haar artsen effectief aandacht hebben voor de werkomstandigheden van hun patiënten. Een opvallende vaststelling is dat 22 % van de geregistreerde beroepen niet meer actueel was. Dit geeft al meteen aan dat een éénmalige beroepsanamnese niet volstaat.