Menu

De palliatieve patiënt heeft recht op een integrale holistische zorg. Dit wil zeggen dat niet alleen zijn fysieke noden worden gelenigd, maar ook zijn psychosociale en spirituele noden. Hiervoor is echter een intense samenwerking nodig tussen de verschillende betrokken disciplines. Hoe verloopt die samenwerking momenteel in Vlaanderen? Dit verkennend onderzoek peilde naar de visie ter zake van Vlaamse palliatieve hulpverleners en trachtte de knelpunten in de samenwerking te inventariseren.

Huisartsen zijn zich over het algemeen te weinig bewust van wat hun patiënten van hen verwachten. Nochtans is het inlossen van die verwachtingen belangrijk om tevreden patiënten te hebben en te houden. Kunnen we de verwachtingen van patiënten op één of andere manier meten? Klaarblijkelijk wel. Dit artikel beschrijft de resultaten van het gebruik en de toetsing van een instrument (vragenlijst) dat ons meer inzicht kan geven in hetgeen patiënten van ons verlangen.

In dit tweede artikel van de reeks over Intego worden enkele algemene aspecten over morbiditeit in de eerste lijn besproken op basis van informatie afkomstig van de Integodatabank.

Het Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde (ACHG) van de Katholieke Universiteit Leuven beheert sinds 1990 een databank met informatie over ziekten, laboresultaten en medicatievoorschriften. Alle gegevens zijn afkomstig van de gestructureerde registratie in het elektronisch medisch dossier (EMD) van huisartsenpraktijken verspreid over heel Vlaanderen. Ophaling, verwerking en bevraging zijn geautomatiseerd. Epidemiologische gegevens worden berekend en ter beschikking gesteld van geïnteresseerde onderzoekers. Dit eerste artikel van deze nieuwe reeks bespreekt een aantal algemene kenmerken...

Van de medicus-practicus wordt verwacht dat hij beschikt over solide informatie over de oorzaken van ziekte, de waarde van diagnostische bevindingen, de prognose van de patiënt en van de therapeutische opties. Deze kennis en die van de gevolgen van klinisch handelen worden bij voorkeur ontleend aan bevindingen van klinisch-wetenschappelijk onderzoek. Dit onderzoek ook kritisch benaderen is dus een belangrijk facet van het evidence-based medicine (EBM) gedachtegoed. De integratie hiervan in de medische opleiding is een noodzaak. Maar in hoeverre slaagt de huidige opleiding hierin? De auteurs...

In de RIZIV-nomenclatuur voor logopedische verstrekkingen is bepaald dat huisartsen het recht hebben om een logopedische behandeling voor te schrijven. Het Koninklijk Besluit van 15 mei 2003 formuleert de rol van de huisarts hierin. Maar is dit voor huisartsen allemaal wel zo duidelijk? Dit artikel geeft een helder overzicht van de reglementering met betrekking tot het voorschrijven van logopedische verstrekkingen door huisartsen in het kader van de verplichte ziekteverzekering, de ouderenzorg, de vrije en aanvullende verzekering van de ziekenfondsen en de particuliere verzekeringen.

In dit zesde artikel van deze reeks bekijken we Clinical Evidence (CE) van dichtbij. Wat maakt deze bron zo anders dan een systematische review? Hoe is CE opgebouwd en op welke manier wordt de informatie gepresenteerd? Via het inmiddels vertrouwde watervalmetafoorsysteem zoeken de auteurs ondertussen naar een antwoord op de vraag wat een effectieve behandeling is voor recidiverende neusbloedingen bij een kind van vier jaar.

Het samenwerkingsinitiatief Interactief Overleg Geneesheren-Apothekers (IOGA) werd in 1999 te Merelbeke (Oost-Vlaanderen) opgericht naar aanleiding van een campagne rond benzodiazepines. Dit project is geïnspireerd op het Nederlandse FTO (FarmacoTherapeutisch Overleg) en wil streven naar een optimaal voorschrijf- en aflevergedrag van geneesmiddelen, met een maximum aan therapeutische effectiviteit en een minimum aan risico's.

Bij het nemen van beleidsbeslissingen hebben artsen soms nood aan snel raadpleegbare en op wetenschappelijke evidentie gebaseerde ondersteuning. Aanbevelingen zijn hiervoor een goede bron. Meestal zijn deze voorzien van handige hulpmiddelen voor de praktijk, zoals steekkaarten, patiëntenbrieven enzovoort. In dit negende artikel van de PICO-reeks beoordelen de auteurs de waarde van de NHG-Standaard Jicht in het beantwoorden van de vraag of colchicine een effectieve behandeling is voor acute jicht.

Beide wetenschappelijke huisartsenverenigingen van het land leveren heel wat inspanningen om aanbevelingen te ontwikkelen die huisartsen helpen bij hun praktijkvoering. Nadat de Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen (WVVH) in 2000 reeds peilde naar de houding van Vlaamse huisartsen tegenover aanbevelingen, nam ook de Société Scientifique de Médecine Générale (SSMG) in 2002 een gelijkaardig initiatief. Hierna leest u de resultaten van de bevraging.