Menu

Op consultatie of huisbezoek zien huisartsen vaak kinderen en jongeren die ongezond leven en er slechte gewoonten op na houden inzake voeding en vrije tijd. Dr. Deraeve, eerste auteur van dit artikel, heeft in het kader van een praktijkproject een instrument ontwikkeld om binnen het tijdsbestek van een consultatie naar deze gewoonten te peilen, concrete adviezen te geven en de gegevens beknopt te registreren in het elektronisch medisch dossier (EMD), dit laatste om goede follow-up mogelijk te maken.

Het antwoord op de vraag waarom aan huisartsengeneeskundig onderzoek wordt gedaan is heel simpel: om onze patiënten een betere zorg te kunnen bieden! Het volstaat immers niet om onderzoeksresultaten uit de tweede lijn gewoonweg te extrapoleren naar de eerste lijn. De huisartsengeneeskunde is een unieke discipline, met ‘context’ en ‘gemeenschap’ als belangrijke facetten. Aan wat moet huisartsengeneeskundig onderzoek dan voldoen? Dit artikel stelt een kader voor dat kan helpen om vragen in de huisartsengeneeskunde, waarop we een antwoord willen om de kwaliteit van zorg aan onze patiënten te...

Huisartsen pleiten al jaren voor echelonnering. De zogenaamde medische centra voor huisartsen (MCH’s) betekenen hierin een doorbraak. Hun belangrijkste kenmerk is de obligate verwijzing van de patiënt door de huisarts. Deze situatie is uniek voor Vlaanderen. In deze beschrijvende studie worden de negen tot hiertoe opgerichte MCH’s vergeleken op vlak van verenigingsvorm, interne organisatie, personeelsbeleid, financiële structuur en externe samenwerking. Ook andere gelijkaardige initiatieven worden onder de loep genomen.

In een multiculturele samenleving als de onze telt de huisarts onder zijn patiënten steeds meer mensen van allochtone origine. Deze patiëntengroep vraagt een specifieke aanpak, waarbij van de huisarts wordt verwacht dat hij voeling heeft met hun culturele achtergrond en waarden. In dit explorerend onderzoek gaan twee laatstejaarsstudenten geneeskunde na hoe moslimmeisjes aankijken tegen negen thema’s, waaronder maagdelijkheid, seksualiteit, anticonceptie en soa’s. Opvallende vaststelling is hun geringe kennis over alles wat te maken heeft met seksuele gezondheid, in het bijzonder soa’s.

De kans bestaat dat u ooit eens geconfronteerd wordt met een verzoek tot euthanasie vanwege een patiënt. U hebt dan de keuze: ofwel verwijst u hem door, ofwel beslist u zelf zijn vraag tot levensbeëindiging in te willigen. Op zich al een zeer ingrijpende beslissing. De wet dicteert u wel een aantal spelregels, maar zijn die allemaal even duidelijk en sluitend? Neen. Dit eerste artikel van onze reeks over palliatieve zorgen gaat geen ethisch debat aan, maar legt de vinger op enkele ‘vaagheden’ in de wet en reikt de huisarts, aan de hand van een casus, een leidraad aan bij euthanasie op verzoek...

Het proefschrift van collega De Sutter over acute infecties van de neus en de sinussen bestaat uit vijf studies en één aanbeveling voor goed gebruik van antibiotica bij acute rhinosinusitis. Het wordt hier becommentarieerd door Marc Lemiengre, hoofdredacteur. Aanvullend draagt collega De Sutter oplossingen aan voor twee vragen die in haar proefschrift onbeantwoord bleven: welke patiënten hebben baat bij antibiotica en wat kunnen artsen doen om de duur van de klachten te verminderen?

Antihistaminica worden veelvuldig voorgeschreven bij banale verkoudheden, hoewel er geen enkel bewijs is voor hun werkzaamheid in deze indicatie. Collega De Sutter et al. gingen in deze Cochrane review op zoek naar relevante gerandomiseerde en gecontroleerde klinische studies over verkoudheid bij volwassenen of kinderen behandeld met antihistaminica. Ze onderzochten of antihistaminica nu wel of niet helpen om neusklachten te verlichten en om de ziekteduur in te korten.

Conventionele sinusradiografie heeft een hoge sensitiviteit om vocht in de maxillaire sinussen te detecteren. Het zou een interessant onderzoek zijn om sinusitis uit te sluiten, op voorwaarde dat de resultaten ervan reproduceerbaar zijn. In deze studie moesten zes radiologen, zes neus-keel-oorartsen (NKO) en zes huisartsen aan de hand van verschillende sets van diagnostische criteria, veertig sinusradiografieën beoordelen. De interpretaties van de radiologen en NKO-artsen stemden goed overeen, in tegenstelling tot die van de huisartsen. Nochtans diagnosticeren en behandelen zij meer dan 90 %...

Naast anamnese en klinisch onderzoek benadrukken recente richtlijnen het belang van spirometrisch longfunctieonderzoek voor een juiste diagnose en inschatting van de ziekte-ernst bij astma en COPD. Maar hoe staan huisartsen tegenover dit onderzoek? Vinden ze het zinvol en haalbaar in de huisartsenpraktijk? Bezitten ze een spirometer, en zo ja, gebruiken ze die dan ook? En zijn huisartsen ten slotte voldoende opgeleid om een goed spirometrisch onderzoek te doen? Uit de resultaten van dit beschrijvend onderzoek blijkt dat een derde van de huisartsen een spirometer in de praktijk heeft, maar dat...

Aanbevelingen voor goede medische praktijk zijn richtinggevend als ondersteuning en houvast bij het nemen van diagnostische of therapeutische beslissingen in de huisartsengeneeskunde. Zij vatten voor de huisarts samen wat voor de gemiddelde patiënt wetenschappelijk gezien het beste beleid is. Daarnaast is er de agenda van de patiënt, die een gelijkwaardige partner is bij het nemen van beslissingen. Daarom moet door een heldere communicatie de vraag van de patiënt voor de huisarts duidelijk zijn en moet de huisarts de patiënt voldoende informeren over alle aspecten van de verschillende...