Menu

Een aanbeveling voor goede medische praktijkvoering in de praktijk toepassen, allemaal goed en wel, maar is het EMD daar wel op voorzien? In het kader van een kwaliteitsverbeteringsproject in groepspraktijk De Bres in Deurne werd dit onder meer nagegaan met betrekking tot de aanbeveling Preventie van influenza. Het EMD vertoonde inderdaad heel wat tekortkomingen en bleek niet berekend om dit preventieproject efficiënt uit te voeren. Wel werd aangetoond dat met een systematische aanpak van grieppreventie een hogere vaccinatiegraad kan worden behaald.

De taboe rond sterven neemt stilaan af. Mensen praten steeds vaker ronduit over hoe en in welke omstandigheden ze al dan niet willen doodgaan, en wat er nadien met hun lichaam moet gebeuren. Huisartsen begeleiden patiënten in ziekte en gezondheid, maar ook wanneer het einde nabij is. Van hen wordt verwacht dat ze in hun relatie met patiënten de nodige ruimte creëren om wensen rond het levenseinde bespreekbaar te maken en eventueel vast te leggen. Drie wetten en een deontologische code van de Orde van Geneesheren zeggen iets over wilsverklaringen of -uitingen. Voor de huisarts niet altijd even...

Dit artikel is een update van de vergelijking van internationale aanbevelingen over prostaatkankerscreening verschenen in Huisarts Nu 2005;34(10) 1. Net zoals in 2005 werd voor dit opvolgrapport gezocht op de websites van de belangrijkste instanties die richtlijnen uitbrengen over prostaatkankerscreening. Hierna volgen de resultaten, die ook te raadplegen zijn op: www.domusmedica.be>Nieuws>Dossiers>Prostaatkankerscreening.

Dit is een aanbeveling voor de diagnostiek en de behandeling van lageluchtweginfecties bij volwassen immuno-competente patiënten. Ze is bedoeld voor huisartsen en longartsen in de ambulante praktijk.

In juli jl. verkreeg Lieve Peremans aan de Universiteit Antwerpen de graad van doctor in de medische wetenschappen na de verdediging van haar proefschrift over het anticonceptieconsult in de huisartsenpraktijk (zie Scoop, september). Uit de onderzoeken die ze daarvoor heeft gevoerd, blijkt dat huisartsen belangrijke aspecten van het pilconsult niet aankaarten, tenzij de patiënt er zelf over begint. Deze interactie bevordert nochtans de kwaliteit van het consult. Hoe kan die interactie dan het best worden gestimuleerd? Dit is één van de vragen die Guido Van Hal zich stelt bij de bespreking van...

In achtergestelde wijken en bij minder gegoede patiëntenpopulaties zouden huisartsen rekening moeten houden met de beperkte middelen waarmee deze patiënten moeten rondkomen. Dit kan vooreerst door te proberen het meest goedkope geneesmiddel voor te schrijven. Maar daar ligt het probleem vaak, want waar vinden artsen de informatie die hen daarbij kan helpen? Dr. Ramboer nam het initiatief om hierover een praktijkproject te maken. Hieruit blijkt dat goedkoper voorschrijven in ieder geval mogelijk is, zonder al te veel extra inspanningen.

Verder in dit nummer van Huisarts Nu (blz. 526) vindt u de BAPCOC-aanbeveling over acute lageluchtweginfecties. Deze werd in september ll. aan alle ambulant werkende artsen in Vlaanderen bezorgd.

Wanneer ouders al dan niet medische problemen ondervinden bij borstvoeding aan hun baby, dan kloppen ze voor advies meestal aan bij hun huisarts. Diens kennis van een aantal belangrijke borstvoedingsregels is dus van grote waarde voor het welslagen van borstvoeding. Maar is deze kennis wel toereikend? Dit is wat vzw De Bakermat aan de hand van een bevraging bij 300 huisartsen wilde achterhalen. Uit de resultaten blijkt dat er heel wat hiaten zitten in hun kennis van borstvoeding: zo weten velen niet dat een toename van de vraag naar voeding op een groeispurt wijst en dat het foutief aanleggen...

Hoe is het met uw kennis van borstvoeding gesteld? Als hulpverlener in de eerste lijn zult u daar in de praktijk ongetwijfeld mee te maken krijgen: zwangere patiënten die met allerlei vragen zitten, ongeruste moeders die voor het eerst voeden, kleine of grotere kwaaltjes die al dan niet om behandeling vragen…

Patiënten met mentale stoornissen zijn in de huisartsenpraktijk vaak moeilijk te herkennen. En toch schat men dat 20% van de patiënten in de eerste lijn een psychische stoornis heeft. Van hen zou de helft tot driekwart niet als dusdanig worden herkend en bijgevolg niet worden behandeld. Eind jaren ’90 werd een diagnostisch instrument (PRIME-MD) ontwikkeld dat de arts helpt om achttien mogelijke mentale stoornissen bij patiënten te identificeren. In dit onderzoek werd aan de hand van de PRIME-MD de prevalentie geschat van de meest voorkomende mentale stoornissen in de Belgische...