Menu

Welke modellen en/of interventies voor gedragsverandering bij patiënten zijn het meest geschikt voor de huisartsenpraktijk? Het project ‘Consultvoeren en gedragsverandering’ van Domus Medica maakte uit de vele modellen een selectie en ging na welke interventies het gemakkelijkste te implementeren zijn. Hun oog viel op het transtheoretische model van Prochaska en Di Clemente in combinatie met het motivationele interview.

Wat bevindt zich in de huisapotheek? Hoe wordt met medicatieresten omgegaan en hoe groot is de neiging tot zelfmedicatie? In dit onderzoek gingen laatstejaarsstudenten farmacie op huisbezoek bij een aantal apotheekbezoekers. Ze troffen relatief veel geneesmiddelen aan, vooral NSAID’s en analgetica. De meeste eigenaars waren goed op de hoogte wat de indicatie, dosering en gebruiksduur van de geneesmiddelen betrof; een groot aantal gebruikte echter ook voorschriftplichtige medicatie op eigen houtje.

Dankzij de technologische vooruitgang, vooral op het vlak van beeldvorming, krijgen we een steeds betere kijk op de ontwikkeling van de hersenen in subtiele interactie met de omgeving. Dit artikel geeft een overzicht van de zes belangrijke psychomentale functies die zich op die manier ontwikkelen: aandacht, geheugen, emotie, executieve functie en sociale competentie. Om mogelijke achterstand op te sporen kan het kind getest worden, maar dikwijls volstaat een klinische benadering om de ouders gerust te stellen of eventueel therapeutisch te interveniëren.

Volgens de gegevens van het Limburgse Kanker Register (1996-2001) komt blaaskanker bij mannen in de regio Hasselt-Alken meer voor dan in de andere Limburgse regio’s. Een case-control studie om deze geografische cluster te verklaren onderzocht de invloed van individuele levensstijlfactoren. Beroepsblootstelling aan bepaalde stoffen, leeftijd, geslacht, roken en de interactie met fruit- en groenteconsumptie konden in verband konden worden gebracht met het risico op blaaskanker, maar een verklaring voor de geografische cluster werd niet gevonden.

Dit themanummer is volledig gewijd aan de huisartsenopleiding. U komt te weten hoe hibo’s hun tijd zoal doorbrengen, hoe hun praktijkproject eruitziet, hoe ze in het ziekenhuis aan hun trekken komen, wie hun praktijkopleider is en wat voor eindproef hen te wachten staat na negen jaar onderwijs: zeven jaar aan de universiteit en twee jaar aan het ICHO.

Om emotionele en gedragsproblemen bij kinderen te meten is de Child Behavior Checklist de gouden standaard. Toch kan ook de Pediatric Symptom Checklist een nuttige rol spelen in de vroegdetectie van deze problemen, vooral omdat deze vragenlijst voor de ouders gebruiksvriendelijker is. Dit onderzoek toont aan dat de Nederlandstalige versie van deze vragenlijst voor de onderzochte populatie ook voldoende betrouwbaar en valide was om in de praktijk te gebruiken.

In dit focusgroepenonderzoek werd nagegaan hoe huisartsen de therapietrouw bij hun patiënten met diabetes type 2 inschatten. Huisartsen bleken het vooral moeilijk te hebben met de groep van ‘niet te motiveren’ diabetes type 2-patiënten die, ondanks hun inspanningen, weinig therapietrouw bleven. Een gedeelde zorg en verantwoordelijkheid over de behandeling tussen arts en patiënt zou mogelijk ook deze groep diabetes type 2-patiënten kunnen overtuigen om hun ziekte en opvolging ernstig te nemen.

De rode draad doorheen deze casusreeks is de zoektocht naar een individueel aangepast beleid voor vijf herkenbare patiënten die met lagerugpijn consulteren in de huisartsenpraktijk. Richtlijnen, maar ook andere, minder voor de hand liggende informatiebronnen, geven niet voor iedere individuele patiënt een duidelijk antwoord. Zeker wat de niet-medicamenteuze aanbevelingen betreft, bestaat er weinig eenduidigheid.

Aanbevelingen voor goede medische praktijk zijn richtinggevend als ondersteuning en houvast bij het nemen van diagnostische of therapeutische beslissingen in de huisartsengeneeskunde. Zij vatten voor de huisarts samen wat voor de gemiddelde patiënt wetenschappelijk gezien het beste beleid is. Daarnaast is er de agenda van de patiënt, die een gelijkwaardige partner is bij het nemen van beslissingen. Daarom verheldert de huisarts de vraag van de patiënt door een gepaste communicatie en geeft informatie over alle aspecten van de mogelijke beleidsopties. Het kan dus voorkomen dat huisarts en...

De titel van dit proefschrift van Mieke van Driel is op zich reeds een uitdaging. Iedereen die het medische bedrijf of de gezondheidszorg kritisch bekijkt, moet vaststellen – en dit niet eens tot zijn verwondering – dat er een kloof blijft tussen de beschikbare medische evidentie en de medische praktijk. Deze kloof wetenschappelijk gaan exploreren lijkt een heikele onderneming. Met een goed kompas en een degelijke kaart lukt het misschien om er te komen.