Menu

Twee vrouwen van 86 en 81 jaar oud komen vanwege een aantal lichamelijke klachten bij hun huisarts. Een evaluatie van deze klachten levert geen somatische oorzaak op, maar de score op de Mini Mental State Examination is bij beide patiënten niet optimaal. Een mogelijke verklaring voor de gepresenteerde lichamelijke klachten is een verminderd cognitief functioneren. Het is bekend dat personen met cognitieve achteruitgang de zorgen over het geheugen soms verleggen naar een lichamelijke klacht. Een andere verklaring voor dit verschijnsel is dat deze patiënten door hun cognitieve achteruitgang over...

Aansluitend op het eerste deel ‘Zie eens hoe vlot ik opgroei’ over de normale ontwikkeling van het kind (zie Huisarts Nu 2008, nr. 8) wordt in dit artikel dieper ingegaan op enkele ontwikkelingsstoornissen. Taalstoornissen, geheugenstoornissen, leerstoornissen, aandachtstekort- en autismespectrumstoornissen komen het meeste voor, apart of in comorbiditeit. Hoe vroeger de diagnose gesteld wordt en hoe vroeger specifieke interventies gestart kunnen worden, hoe gunstiger de prognose. Alert blijven voor de vroege tekenen van een ontwikkelingsstoornis blijft dan ook de boodschap.

De doelstelling van dit proefschrift was een dieper inzicht te verwerven in de epidemiologie van blaaskanker. Ondanks het feit dat dit een zeldzaam fenomeen is in de huisartsgeneeskunde, zijn er vanuit epidemiologische achtergrond toch wel wat factoren die deze aandoening kunnen verklaren.

Steeds meer patiënten, vooral vrouwen boven de 45 jaar, maken gebruik van benzodiazepinen als slaapmiddel. Huisartsen geloven vaak te weinig dat deze patiënten hun chronisch gebruik zelf kunnen afbouwen. In deze studie, een praktijkproject in het kader van een thesis, kregen de patiënten die een benzodiazepine of ander middel als hypnoticum namen, een stopbrief toegestuurd. In combinatie met een gereduceerde dosisafbouw door de huisarts bleek deze minimale interventiestrategie wel effectief en stopte of verminderde bijna de helft van de patiënten hun gebruik.

Hoewel een depressie bij kinderen niet vaak voorkomt, is het belangrijk deze diagnose tijdig te herkennen. Met een juiste aanpak is het immers mogelijk om een chronisch verloop van depressie op latere leeftijd te voorkomen. Een depressie bij kinderen herkennen is echter niet zo eenvoudig. De huisarts kan wel een belangrijke rol spelen in het vroegtijdig detecteren van gedragsproblemen bij het kind en het tijdig doorverwijzen voor een diagnose. Ook in de opvolging neemt de huisarts vaak een centrale rol in.

In dit tweede artikel over de kwaliteitszorg in de huisartsgeneeskunde wordt een Europees instrument voorgesteld waarbij de huisartsenpraktijk zelf het middelpunt van kwaliteitsverbetering is. Dit instrument, EPA, werd in 37 huisartsenpraktijken in België getest. De deelnemers waren enthousiast, omdat ze snel veel te weten kwamen over de werking van hun praktijk en ook omdat ze zich met andere praktijken konden vergelijken. Voor een ruimere toepassing van EPA in de Belgische context is er wel nood aan meer coaching en infrastructuur.

In België wordt meer en meer aandacht besteed aan de kwaliteit van de gezondheidszorg en de verbetering ervan. Op federaal niveau worden hiervoor steeds ruimere budgetten vrijgemaakt. Wat de huisartsgeneeskunde betreft, zijn vooral het accrediteringsysteem, de werking van de Lok’s en de feedback over het voorschrijfgedrag door het Riziv belangrijke pijlers. Maar biedt dit wel voldoende garantie voor een betere kwaliteit? Dit eerste artikel, gebaseerd op recent onderzoek, beschrijft een aantal kernbegrippen van de kwaliteitszorg en stelt vragen bij de efficiëntie van de belangrijkste...

Vanuit hun beroepsethos willen artsen niet voorbijgaan aan de noden van hun patiënt. Bij een vraag om euthanasie is echter ook de zorg voor de eigen emotionele en ethische integriteit belangrijk.

In de ontwikkeling van een aanbeveling is er een onmisbare en belangrijke fase: de toetsing door de eindgebruiker of huisarts voor validatie en publicatie. Deze toetsing, die ook internationaal gevraagd wordt, gebeurt in Vlaanderen goed voorbereid, zeker in vergelijking met andere landen. Meestal gaat het om interactieve Lok-toetsingen waarbij de aanwezige artsen nagaan of de aanbeveling ook haalbaar en toepasbaar is in de praktijk.

In de aanbeveling ‘Gebruik van medicatie bij urgenties’ (zie blz. 472) wordt voor het eerst met het GRADE-systeem gewerkt. Dit nieuwe systeem, gebaseerd op conclusies van de internationale GRADE-werkgroep, maakt het mogelijk om ook de sterkte (of zwakte) van een aanbeveling aan te duiden. In combinatie met de vroegere niveaus van bewijskracht, gebaseerd op onder meer het type studie en de kwaliteit ervan, krijgen artsen hiermee duidelijkere richtlijnen voor de praktijk.