Menu

Acute hoest door een lageluchtweginfectie (LLWI) is een van de meest voorkomende redenen om de huisarts te bezoeken. Hoewel antibiotica bij de meerderheid van de patiënten met een LLWI niet bijdragen tot een spoediger herstel, krijgt het merendeel toch een voorschrift voor antibiotica bij een huisartsbezoek voor deze klachten.

In november 2005 publiceerde de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM ) een rapport over de luchtkwaliteit in Vlaanderen. Hieruit bleek dat het chroom- en nikkelgehalte in de lucht in Genk-Zuid veel hoger lag dan in de rest van Vlaanderen.

Verkennen van de diagnostische zekerheid, de comorbiditeit en het medicatiegebruik bij patiënten ouder dan veertig jaar met vermoeden van chronische luchtwegobstructie, voornamelijk astma en COPD.

Nefropathie is een onafhankelijke risicofactor voor cardiovasculaire comorbiditeit en mortaliteit en is zelf een indicatie van eindorgaanschade. De achteruitgang van de nierfunctie kan vertraagd of zelfs voorkomen worden, dankzij een goede behandeling van de risicofactoren en het instellen van een behandeling. Uit de literatuur blijkt dat een RAAS- inhibitor een goede invloed heeft op de nierfunctie, anderzijds is nierinsufficiëntie een contraindicatie aangezien de nierfunctie kan dalen bij het gebruik hiervan. In deze studie is er prospectief (n=30) in 20% van de gevallen een GFR-daling sinds...

Slechts een klein deel van de patiënten met chronische nierinsufficiëntie zal uiteindelijk evolueren naar terminaal nierfalen en nood hebben aan niervervangende therapie. Er zijn twee belangrijke indicatoren die enigszins deze evolutie kunnen voorspellen. Enerzijds is een snelle achteruitgang van de glomerulaire filtratieratio (GFR) een voorspellende factor; anderzijds is de proteïnurie een marker voor glomerulaire schade. De albumine-creatinineverhouding blijkt een haalbare en voldoende gevalideerde test voor de opsporing van proteïnurie in de huisartsenpraktijk. Het gebruik van deze test...

Bij opvoedingsproblemen hebben ouders vaak een gevoel van mislukking, van tekortkomen, of een schuldgevoel omdat ze weinig beschikbaar zijn voor hun kinderen. De huisarts lijkt dan soms iemand die het allemaal weet, die beschikt over de waarheid of die de oplossing kent. Maar is de huisarts wel een pasklare supernanny? In dit artikel worden een aantal handvatten aangereikt die de huisarts helpen om de pedagogische competenties van ouders te verhogen en hen vooral terug vertrouwen te geven. Op die manier moedigen ze ouders, kinderen en adolescenten aan om zelf hun bouwsel te leren stutten.

De pulsoxymeter is een klein, gebruiksvriendelijk en betaalbaar meetinstrument. De inzetbaarheid en indicaties zijn voor huisartsen echter niet steeds duidelijk. Er bestaat weinig onderzoek naar de meerwaarde ervan en er is discussie over het afkappunt dat moet aanzetten tot handelen.

Pulsoxymetrie wordt in de huisartsgeneeskunde meer en meer gebruikt. Het is echter onduidelijk wat de precieze waarde ervan is.

Duizeligheid is een frequente klacht én een diagnostische uitdaging voor de huisarts. Als de patiënt een niet-westerse achtergrond heeft, is die uitdaging nog groter. Het is dan belangrijk om tijdens de anamnese de klachten en symptomen juist te benoemen en te communiceren. Klinisch onderzoek is vaak weinig discriminerend. De indeling van duizeligheid in vertigo, presyncope, disequilibrium en niet-specifieke duizeligheid blijkt bovendien vaak niet zinvol. Symptomen zoals episodeduur en uitlokkende factoren hebben meer gewicht en blijken beter te discrimineren.