Menu

Richtlijnen worden ontwikkeld om niet-wetenschappelijk onderbouwde variatie in de zorg te verminderen. Richtlijnen voor de behandeling van infecties zouden clinici moeten helpen om antibiotica voor te schrijven aan die personen die er het meeste baat bij hebben en om meer eerstekeuzeantibiotica voor te schrijven in de hoop dat dit zou leiden tot betere zorg en minder risico's voor de patiënt, en de inperking van antibioticaresistentie.

Zo'n twintig jaar geleden werd de term 'sarcopenie' geïntroduceerd om het verlies van spiermassa op latere leeftijd te benoemen. Intussen werd in toenemende mate onderzoek gedaan naar de factoren die sarcopenie beïnvloeden en naar de preventie en behandeling ervan.

Hypothermie bij ouderen is een niet te onderschatten symptoom. Het kan een onschuldige oorzaak hebben, maar ernstigere aandoeningen kunnen ook aan de basis liggen. Belangrijk bij bejaarde patiënten is de vraag over het al dan niet ambulant behandelen.

Is de intuïtieve inschatting van de huisarts voldoende om zijn kwetsbare ouderen te identificeren of is hiervoor een gevalideerd screeningsinstrument noodzakelijk? Dit werd onderzocht in de eigen praktijk, waarbij ook instrumenten en een sjabloon voor zorgoverleg werden ontwikkeld.

Interventies gebaseerd op de componenten van het Chronic Care Model leiden tot een betere kwaliteit van de diabeteszorg. Dit blijkt ook uit dit onderzoek, maar er was nog ruimte voor verbetering, vooral wat de screening naar complicaties betreft.

Het ‘pluis/niet-pluis’-gevoel is een substantieel onderdeel van het diagnostisch denken van (huis)artsen en is goed verklaarbaar op basis van duale theorieën over denken en beslissen. Neurowetenschappelijke onderzoeksresultaten bevestigen de rol van emoties in beslisprocessen. Het ‘pluis/nietpluis’-gevoel kan worden beschouwd als een derde diagnostisch spoor.

Elke huisarts wordt vroeg of laat geconfronteerd met een patiënt met hepatitis C en zal een rol spelen in de preventie, diagnose en/of begeleiding van deze en/of zijn naasten. Hoe kunnen huisartsen stap voor stap hun patiënt begeleiden in deze meestal chronische aandoening? Dit artikel biedt praktijkrelevante informatie over dit virus, met een toets om uw kennis te testen.

Een optimaal bewegingsaanbod tijdens de eerste levensjaren heeft een positieve invloed op de algemene ontwikkeling van een kind. Het kind moet daarbij zelf kunnen waarnemen en uitproberen. Hoe ouders dit bewegingsaanbod kunnen aanreiken en welke aandachtspunten belangrijk zijn bij baby’s, peuters en kleuters leest u in dit artikel. In een kaderstuk vindt u de theoretische achtergrond.

Vier casussen illustreren hoe een bewegingstoornis de uiting kan zijn van een zeldzame genetische aandoening. Omdat een huisarts vaak voor verschillende generaties van een zelfde familie zorgt, is hij goed geplaatst om een genetische aandoening te overwegen. Bij het artikel vindt u tevens een kort overzicht van de ziektebeelden.

Huisartsen worden vaak geconfronteerd met vage en complexe problemen in onzekere situaties. Iedere arts herkent het ‘pluis/niet-pluis’-gevoel maar bij gebrek aan wetenschappelijke verklaring wordt het door sommige artsen gewantrouwd. In dit eerste deel van een tweedelige reeks wordt een overzicht geboden van de relevante literatuur vanuit medisch, psychologisch en neurowetenschappelijk perspectief.