Menu

In een themanummer over huisartsenassociaties hoort een beschrijving thuis over de huidige frequentie en vormen van het fenomeen. Hoeveel huisartsen in Vlaanderen werken samen met een collega? Bestaat de samenwerking meestal tussen twee of tussen meerdere artsen ? Is er dikwijls sprake van een familieverband binnen de associatie? Werken vrouwelijke huisartsen in andere praktijkvormen dan hun mannelijke collega’s? Is er een verschil in geografische spreiding?

Ondanks de toenemende tendens naar meer groepspraktijken, is er nog niet veel over bekend. Éénduidige definities ontbreken en cijfergegevens zijn, vooral dan in België, weinig voorhanden. Dir artikel brengt literatuurgegevens uit verschillende landen samen, die als uitgangspunt én toetssteen voor de andere researchartikels kunnen dienen.

Wat weten huisartsen over het ziekenhuis waarnaar ze hun patiënten verwijzen? Zijn ze op de hoogte van de accommodatie en de specialismen die het ziekenhuis biedt? En hoe verloopt de samenwerking tussen huis- en ziekenhuisarts? Is er genoeg informatiedoorstroming? Verwijzen huisartsen steeds meer rechtstreeks naar het ziekenhuis of niet? Op deze vragen wilde een regionaal ziekenhuis graag het antwoord weten en liet daarom een onderzoek uitvoeren. Daaruit bleek onder meer dat huisartsen nood hebben aan meer informatie over de ziekenhuiswerking.

Personen met het Downsyndroom werden door hun typische uiterlijk tot voor kort gestigmatiseerd als "idioten”, “debielen” of “mongolen”. De meesten leefden in instellingen, afgezonderd van de maatschappij en van hun familie. Hun levenskansen waren klein, zowel in duur als in kwaliteit. De laatste decennia is er een snelle evolutie op gang gekomen: meer en meer van deze kinderen groeien thuis tussen leeftijdsgenoten en familie op. De onderwijs- en ontwikkelingsbegeleiding is veel meer aangepast en ook de geneeskundige preventie en de behandeling van typische gezondheidsproblemen zijn sterk...

Sommige uitgaven in de gezondheidszorg zijn uit de hand gelopen; dit is ondermeer het geval in de geneesmiddelensector. Om deze uitgaven beter te beheersen, zijn er economische analysen nodig die de relatieve prijs en terugbetalingscategorie van een geneesmiddel vaststellen. Hoe deze berekening juist verloopt, werd in het mei-nummer van dit tijdschrift uitgelegd. In dit tweede deel wordt stilgestaan bij de problemen die bij de uitvoeringen het gebruik ervan komen kijken. Ook wordt een blik op de toekomst geworpen.

De Reflotron biedt de huisarts nieuwe mogelijkheden om zelf bloed te onderzoeken. Het toestel laat toe om onmiddellijk klinisch belangrijke parameters te bekomen. Om de bruikbaarheid ervan na te gaan, werd het in een twintigtal praktijken getest. Tegelijkertijd werd onderzocht of het gebruik van de Reflotron een invloed heeft op het aantal laboratoriumaanvragen.

De taak van de huisarts wordt in de nieuwe abortuswet nergens gedefinieerd. Nochtans heeft hij in deze problematiek een belangrijke functie. Dikwijls is hij de eerste persoon waar de vrouw met haar vraag voor een abortus terecht kan. Hij zal haar eventueel verwijzen, maar zijn taak is dan nog niet ten einde. Ook in het verwerkingsproces en in het geval van complicaties na de abortus kan hij hulp bieden. Aan de hand van een casus, wordt in dit artikel dieper ingegaan op de begeleidende taak van de huisarts.

Een enkelbandletsel komt zeer vaak voor, zij het in verschillende graden. Soms is het nodig te verwijzen naar de tweede lijn, maar zeker niet altijd. Agressieve behandelingen geven dikwijls geen beter resultaat dan een meer conservatieve aanpak. Wil de huisarts zijn taak hierin opnemen, dan moet hij over een correcte diagnostiek beschikken en over voldoende vaardigheid om te bandageren en te gipsen. In Nederland verscheen een enkeldistorsiestandaard. Dit artikel tracht deze naar Belgische normen te vertalen. In het eerste deel komen de besliskundige aspecten aan bod; deel 2 (in de volgende...

Rond het gebruik van de Reflotron in de huisartsenpraktijk bestaat er een hele controverse. Zijn de testen kwalitatief voldoende? Wat kan precies worden gemeten? Zal het aantal labo-aanvragen dalen... Onder de rubriek "Huisarts en Research” wordt hierover een onderzoek van Gilio et al gepubliceerd. Dat de discussie hiermee nog niet stopt, staat buiten kijf.

Onlangs besloot de Britse regering om een strikt onderscheid te maken v^/ tussen “kopers” en “aanbieders” van zorg. De huisarts fungeert hierin als koper en gaat met zijn beschikbaar budget op zoek naar de beste aanbieder. Ziekenhuizen en specialisten — de aanbieders — worden op die manier gedwongen hun aanbod te verbeteren. Dat de patiënt hier wel bij vaart, hoeft geen betoog. Bovendien is en blijft de zorgen verstrekking in Groot-Brittannië gratis. Hoe het systeem juist in elkaar zit, vertelt onderstaand artikel.