Menu

Bij niet-zwangere en niet-menopauzale vrouwen is de dipstick een accurate methode om lage urineweginfecties vast te stellen. Bij een positief resultaat, dit wil zeggen wanneer leucocytesterose en nitriet of één van beiden positief zijn, is de diagnostische zekerheid zeer groot. Bij een negatief resultaat wordt een dipslide of kweek met kwantitatieve telling ("low count") aangeraden. De dipstick is minder geschikt om bacteriurie bij zwangere, asymptomatische vrouwen te voorspellen. Hier is urinekweek met kwantitatieve telling (“high count”) nog steeds het aangewezen meetinstrument. Heeft het...

De keuze van een geschikt inhalatiesysteem voor een patiënt met obstructief longlijden is niet altijd eenvoudig. De klinische situatie en een aantal patiëntgebonden factoren spelen een rol. Aanleren en controleren van de inhalatietechniek is een essentieel onderdeel van het voorschrift. Dit artikel geeft een overzicht van de bestaande inhalatiesystemen en formuleert voorstellen voorde keuze van systeem bij specifieke patiëntengroepen.

De universitaire groepspraktijk van de UI Antwerpen functioneert reeds vijftien jaar als één van de opleidingsinstrumenten van het departement Geneeskunde. Tijd dus om opnieuw stil te staan bij de specifieke mogelijkheden en beperkingen van dit groter samenwerkingsverband; zeven huisartsen, twee psychologen, twee psychotherapeuten, twee verpleegkundigen, twee secretaressen, één kinesiste en één diëtiste vormen inderdaad een, naar Vlaamse normen, grote groep eerstelijnshulpverleners. Welke taken kan een onderwijspraktijk vervullen? En is het mogelijk om vanuit de evolutie in de aangetrokken en...

In het kader van het experiment “Het medisch dossier en de keuze van de patiënt voor een vaste huisarts” werd volgens de Delphi-methode een panel van experten opgericht. Eén van haar opdrachten was criteria te formuleren om het medisch dossier en de hieraan gerelateerde communicatie te verbeteren. Uit een analyse was immers gebleken (zie blz.390) dat het dossier gebruik zeker niet optimaal is.

Rond het experiment "Het medisch dossier en de keuze van de patiënt voor een vaste huisarts” is heel wat te doen geweest. Het negatieve klimaat dat hierrond ontstond, gaf dat er weinig huisartsen wilden meewerken. Ondanks deze lage respons, kwamen er toch enkele opmerkelijke gegevens uit de bits. Het medisch dossier wordt wel gebruikt, maar niet systematisch en zowel de inbond als de vorm vertonen weinig uniformiteit. De meeste respondenten plannen wel aanpassingen, vooral dan in de richting van automatisatie.

Dermatologische problemen komen frequent voor in de huisartsenpraktijk: zo'n 10 à 12% van de consultaties heeft hierop betrekking. Om bij te dragen tot een permanente navorming op dit vlak, werd deze rubriek rond de diagnostiek van huidproblemen opgestart. “Zweetvoeten” is intussen de zevende dermatologische vraagstelling in de reeks.

Hoewel deze verkiezingen veel minder stof deden opwaaien dan de gemeenteraadsverkiezingen die 's anderendaags plaatsvonden, maken wij van de gelegenheid gebruik om haar even voor te stellen, onder de vorm van een interview dat de redactie met haar hield. Het gesprek stoelde onder andere op een confrontatie met de ideeën van Professor Jan De Maeseneer, zoals uiteengezet in zijn tekst "Haalt de huisartsengeneeskunde het jaar 2000?"

De European Research Group on Health Outcome is een internationaal samenwerkingsverband waarin onderzoekers van de Leuvense en Gentse huisartsencentra vertegenwoordigd zijn. Bedoeling van deze groep is instrumenten te ontwikkelen of te selecteren die de gezondheidsstatus als resultaat van medische interventies meten. De Leuvense research groep houdt zich specifiek bezig met de instrumentontwikkeling voor de dagelijkse klinische praktijk van de huisarts. Een eerste project hierin vormt de ontwikkeling van het “Health Status Outcome Instrument”, dat hier wordt beschreven. Daarnaast wordt ook aan...

Binnen de research aan het Leuvens Academisch Centrum voor Huisartsengeneeskunde moet ook de keuze van onderwerp worden bepaald. In verband met hypertensie wordt nagegaan wat de diagnostische waarde is van de testen in verschillende settings. Zo ook met de bloeddrukmetingen bij bejaarden: is er een verschil in meting tijdens het spreekuur en het huisbezoek en hoe verhouden deze metingen zich tot de 24-uur bloeddrukmonitoring en thuismetingen door de patiënt zelf? Een onderzoek met een huisartsenpopulatie van bijna vijfhonderd 60-plussers moet uitkomst bieden en het de huisarts in de toekomst...

Aan het ACHG van Leuven wordt momenteel onderzocht hoe dementie in de huisartsenpraktijk vroegtijdig kan worden opgespoord. Andere disciplines ontwikkelden reeds hun instrumentaria, maar deze zijn voor de huisarts van weinig nut. Onderzoek heeft uitgewezen dat huisartsen veranderingen in gedrag en dagelijkse activiteiten belangrijke triggers vinden voor dementie. Op basis van deze vaststelling werd dan ook een nieuwe strategie voor de huisarts uitgedacht.