Menu

In dit nummer van Huisarts Nu starten we met een veelbelovende nieuwe reeks. In tien artikels worden alledaagse en minder alledaagse vragen beantwoord die huisartsen zich stellen bij de zorg voor hun patiënten. De auteurs, medewerkers van het Centrum voor Evidence-based Medicine (CEBAM), formuleren een onderbouwd antwoord op vragen als: "Baat een antibioticum voor otitis media bij een kind jonger dan twee jaar?" of "Geven cox-2-inhibitoren minder kans op ernstige gastro-intestinale bijwerkingen in vergelijking met klassieke NSAID’s bij bejaarde patiënten met coxartrose en een maagulcus in de...

Aanbevelingen voor goede medische praktijk zijn richtinggevend als ondersteuning en houvast bij het nemen van diagnostische of therapeutische beslissingen in de huisartsengeneeskunde. Zij vatten voor de huisarts samen wat voor de gemiddelde patiënt wetenschappelijk gezien het beste beleid is. Daarnaast is er de agenda van de patiënt, die een gelijkwaardige partner is bij het nemen van beslissingen. Daarom moet door een heldere communicatie de vraag van de patiënt voor de huisarts duidelijk zijn en moet de huisarts de patiënt voldoende informeren over alle aspecten van de verschillende...

Het huidige aanbod aan medische informatie is groot. De opmars van ‘Evidence-Based Medicine’ (EBM) is hier niet vreemd aan. Deze wetenschap wordt daarenboven op grote schaal verwerkt tot praktisch bruikbare guidelines en ‘POEMS’ (Patient-Oriented Evidence that Matters). Relevante internationale evidentie halen we via on line zoekmachines nu in een mum van tijd de consultatiekamer binnen. Maar hoe maken huisartsen zich deze nieuwe werkomgeving eigen? En hoe verhogen ze de gebruikswaarde van hun kennisvergaring? Het model ‘Online on-the-spot’ wil hierop een antwoord geven.

In de vorige artikels van deze reeks kon u lezen hoe een klinische vraag in een PICO-vraag wordt omgezet en hoe deze in zoektermen wordt vertaald. In dit artikel gaan we dieper in op de inhoud en het gebruik van de bronnen die ons een antwoord kunnen geven op elke PICO. De volgorde waarin we deze bronnen het best doorzoeken, behandelen we in een volgend artikel.

Jaarlijks vallen er gemiddeld 40 doden en worden meer dan 1 700 mensen met koolstofmonoxide- of CO-vergiftiging opgenomen in een ziekenhuis. In bijna de helft van de gevallen zijn slecht onderhouden (water-)verwarmingstoestellen of normaal werkende toestellen in onvoldoende geventileerde ruimten de oorzaak. De diagnose van CO-intoxicatie is moeilijk te stellen, want de klinische symptomen zijn aspecifiek en suggereren vaak een uitgebreid diagnostisch landschap. Toch mogen huisartsen de diagnose van CO-vergiftiging niet missen. Welke tekenen of symptomen kunnen hen hierbij helpen? En hoe kunnen...

Binnen de eerstelijnsgezondheidzorg wordt almaar meer kwalitatief onderzoek verricht op basis van focusgroepdiscussies. Auteurs die de resultaten ervan willen publiceren stuiten op een aantal moeilijkheden. De vaktijdschriften die in het verleden voornamelijk klinisch en kwantitatief onderzoek publiceerden, worden immers geconfronteerd met een voor hen vrij onbekende methodologie. Auteurs moeten hun onderzoeksmethode daarom uitvoerig expliciteren en het gebruik ervan rechtvaardigen. Omdat het hen aan routine ontbreekt, ervaren zij regelmatig problemen om dat op een zo volledig mogelijke manier...

Ieder jaar ziet de huisarts op 1 000 patiënten gemiddeld 30 à 40 patiënten met rugpijn. Het is bekend dat psychologische en sociale factoren een grote rol spelen in de ontwikkeling van chronische rugklachten. Het vroegtijdig opsporen van patiënten met een verhoogd risico op het ontwikkelen van chroniciteit is een aandachtspunt voor de huisarts. Maar hoe kan hij/zij hierop screenen? De Nieuw-Zeelandse ‘Screeningsvragenlijst voor Acute Rug-, Nek- of Schouderpijn’ werd ontwikkeld om de aanwezigheid van psychosociale risicofactoren vast te stellen bij patiënten met aspecifieke klachten van het...

Impetigo is een veelvoorkomende oppervlakkige bacteriële infectie die hoofdzakelijk voorkomt bij kinderen, van vier tot zeven jaar, vaak in kleine epidemieën in een gezin of op scholen. Zowel in theorie als in de praktijk bestaat weinig overeenstemming inzake het beleid bij impetigo. Geeft men de voorkeur aan orale antibiotica, aan lokale antibiotische therapie of volstaat een eenvoudige lokale desinfecterende behandeling? Van welke behandelingen is de effectiviteit aangetoond? En heeft het zin om kinderen met impetigo te weren uit kinderdagverblijven en scholen? Dit artikel biedt de huisarts...

De belangrijkste voorwaarden en procedures inzake euthanasie, palliatieve zorg en rechten van de patiënt liggen nu wettelijk vast. Is daarmee alles opgelost? Neen, huisartsen blijven met vele vragen zitten. In dit artikel wordt een ‘herkenbare’ casus van net vóór de overgang in de wetgeving, tegen de achtergrond van de nieuwe euthanasiewet geplaatst. De verschillende aspecten van de euthanasiewet worden belicht en vergeleken met de omstandigheden van onze casus. Wat is de plaats van palliatie, sedatie, stervensbegeleiding, wilsbeschikking, registratie en GMD in de euthanasiewet? Aan welke...

Sinds 28 mei 2002 is de euthanasiewet van kracht. Iedere patiënt die zich in een medisch uitzichtloze toestand bevindt van aanhoudend en ondraaglijk fysiek of psychisch lijden dat niet gelenigd kan worden en dat het gevolg is van een ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening, heeft het recht om euthanasie te vragen. Deze wet heeft betrekking op de hoedanigheid van de patiënt, op diens medische toestand en op de aard van het verzoek. Voor de huisarts is deze wet niet altijd even transparant. Dit artikel duidt de belangrijkste voorwaarden van de euthanasiewet...