Menu

Wanneer huisartsen geconfronteerd worden met patiënten van wie de gezondheidstoestand niet verbetert, dan hebben ze vaak de neiging door te verwijzen naar de tweede lijn. Voor sommige patiënten is dat een juiste beslissing, maar voor anderen is dat niet nodig. Voor hen kan een beroep worden gedaan op de ‘collegiale consultatie’. Dit artikel beschrijft de resultaten van een onderzoek over deze samenwerkingsvorm tussen huisartsen en psychiaters in de regio Brugge. De auteurs koesteren de hoop dat de aangereikte inzichten in een bredere context worden toegepast.

Een hymenopterasteek geeft meestal aanleiding tot milde lokale symptomen. Zeer gevoelige individuen kunnen er nochtans zelfs na enkele minuten aan overlijden. Het is dus belangrijk dat de diagnose van hymenopteragifallergie snel wordt gesteld. Maar wat zijn de klinische verschijnselen die de huisarts kunnen alarmeren? Welke diagnostische hulpmiddelen heeft hij binnen handbereik om zekerheid te krijgen? Waaruit bestaat zijn beleid en welk advies kan hij zijn patiënt geven om hymenopterasteken te voorkomen? Dit artikel geeft op al deze vragen een antwoord.

Onze patiënten komen via allerlei kanalen in contact met zogenaamde ‘medische informatie’. Maar wat is voor hen nu een betrouwbare bron van informatie over gezondheid en ziekte? In dit achtste artikel van de PICO-reeks belichten de auteurs het Cochrane Consumer Network, de patiëntensite van de Cochrane Collaboration. Ze zoeken er voor onze casuspatiënt naar een antwoord op de vraag wat het effect is van bupropion ten opzichte van placebo bij stoppen met roken.

De manier waarop de arts met zijn patiënt communiceert, heeft een belangrijke invloed op het herstel van de patiënt. Nochtans beschikken artsen niet altijd over de juiste communicatievaardigheden om vooral klachten met een psychosociale achtergrond op een doeltreffende manier aan te pakken. In een reeks van vier artikels belichten we het empathische gesprek. Deze basisvaardigheid is een wetenschappelijke houding die de arts aanneemt om kennis te verwerven over zijn patiënt in een ziekteproces en een juister inzicht te krijgen in wat er precies aan de hand is, om zo ook betere hulp te bieden.

In dit derde artikel van de reeks Klinische logica nemen de auteurs de overgang van diagnosestelling naar verder beleid onder de loep. Hierbij beantwoorden ze twee belangrijke vragen: (1) wanneer is de waarschijnlijkheid van een vooropgestelde diagnose op een bepaald moment voldoende hoog om zinvolle hulp aan te bieden? en (2) kan een bijkomend (para)klinisch gegeven (zoals de uitslag van een test) de beslissing om hulpaanbod op te starten, nog wijzigen? Zij reiken ons tevens handvatten aan om de beslissing tot hulpaanbod accuraat en logisch te onderbouwen.

In dit zevende artikel van de PICO-reeks nemen de auteurs de Randomised Controlled Trial (RCT) onder de loep. Wat zijn de troeven en kritieke punten van deze onderzoeksmethode? Waaraan moet een RCT voldoen om bruikbaar te zijn? De auteurs trachten ondertussen te achterhalen of methylfenidaat met verlengde werking een betere effectiviteit heeft dan de klassieke vorm in de behandeling van kinderen met ‘Attention Deficit and Hyperactivity Disorder’ of ADHD.

In dit tweede artikel van de reeks Klinische logica gaan de auteurs aan de slag met één werkhypothese uit het diagnostisch landschap van de voorbeeldcasus, namelijk ‘meningitis’ (zie vorig artikel). De vraag van waaruit zij vertrekken is: hoe verhouden de bevindingen ‘koorts’, ‘hoofdpijn’, ‘niet braken’ en ‘nekstijfheid’ zich tot de werkhypothese ‘meningitis’. Ze loodsen ons mee doorheen het proces van hypotheseaftasting om ten slotte de finale nakans op meningitis te berekenen.

Aanbevelingen voor goede medische praktijk zijn richtinggevend als ondersteuning en houvast bij het nemen van diagnostische of therapeutische beslissingen in de huisartsengeneeskunde. Zij vatten voor de huisarts samen wat voor de gemiddelde patiënt wetenschappelijk gezien het beste beleid is. Daarnaast is er de agenda van de patiënt, die een gelijkwaardige partner is bij het nemen van beslissingen. Daarom moet door een heldere communicatie de vraag van de patiënt voor de huisarts duidelijk zijn en moet de huisarts de patiënt voldoende informeren over alle aspecten van de verschillende...

Huisartsen moeten ook aandacht hebben voor arbeidgerelateerde risico’s. Dat gebeurt nu onvoldoende. De groepspraktijk Geneeskunde voor het Volk te Deurne (Antwerpen) onderzocht hoe vaak deze risico’s voorkomen bij de actieve mannelijke patiënten en of er in dit opzicht een verschil is tussen allochtone en autochtone werknemers.

Het causaal verband tussen persisterende HPV-infecties en het ontstaan van baarmoederhalskanker is intussen bewezen. Screenen is belangrijk, maar het rendement wordt sterk beperkt door de lage sensitiviteit van het klassieke uitstrijkje en de gebrekkige participatie van vrouwen. Er is bijgevolg nood aan een meer sensitieve en voor vrouwen minder belastende test. Deze studie vergeleek de HPV-prevalentie in vagina en cervix na afname door de arts en diende als voorloper van een onderzoek naar de geschiktheid van zelfafgenomen vaginaal materiaal voor HPV-detectie.