Menu

In de vorige artikels werd de lezer wegwijs gemaakt in achtereenvolgens de ontwikkeling van een PICO bij een klinisch probleem, de trapsgewijze elektronische zoektocht naar bruikbare literatuur en ten slotte de kritische beoordeling van de opbrengst ervan. Hierbij hebben de auteurs getracht de nodige theoretische basis of achtergrond aan te dragen om de verschillende stappen gemakkelijk te kunnen volgen en de nodige vaardigheden in te oefenen. Dit laatste artikel van de reeks toont waarmee de huisarts rekening moet houden wanneer hij de gevonden evidentie wil toepassen op de individuele...

De palliatieve zorgverlening hecht uitermate veel belang aan een optimale pijn- en symptoomcontrole. Wanneer orale of rectale toediening niet meer mogelijk is, gebruiken vele Vlaamse palliatieve eenheden en netwerken de Graseby MS 26 spuitdrijver. Voor de aanleg ervan bestaan echter geen standaardprocedures. Dit onderzoek wilde via participerende observatie nagaan hoe de aanleg van deze spuitdrijver nu verloopt en van daaruit een aanbeveling opstellen om de kwaliteit van de zorg te verbeteren.

Dit project registreerde in een groepspraktijk te Deurne bij Antwerpen de beroepsanamnese van haar werkende patiënten en ging na of de arbeidsomstandigheden een mogelijke invloed hebben op hun aanmeldingsklacht. Uit de resultaten blijkt dat iedere patiënt was blootgesteld aan gemiddeld meer dan één beroepsgebonden gezondheidsrisico. Er werd bij een groot aantal patiënten bovendien een verband vermoed tussen deze risico’s en de aanmeldingsklacht.

Op basis van de beschikbare evidentie en de ervaring van huisartsen gaat dit artikel na of screening naar colorectale kanker (CRC) voor huisartsen haalbaar is. Daarnaast belichten de auteurs de vaak moeilijke taak van de huisarts om preventie bij zijn patiënten aan te brengen. Hoewel ze op zich een na te streven doel zijn, leiden preventieonderzoeken overigens dikwijls tot valse gerustheid.

In dit tweede artikel van de reeks over het empathische gesprek belicht de auteur het tweede niveau van empathie, waarbij de arts de onderliggende cognities, motivaties en gevoelens van de patiënt tracht bloot te leggen. Immers, deze staan de behandeling soms in de weg. Uitdrukking geven aan wat impliciet aanwezig is in het gedrag van de patiënt kan een nieuw licht werpen op de diagnose. Bovendien wordt zodoende voorkomen dat het belevings- en verwerkingsproces van de patiënt dreigt vast te lopen.

In dit vierde en laatste artikel van de reeks Klinische logica vestigen de auteurs de aandacht op cognitieve fouten die tijdens het diagnostisch denkproces kunnen voorkomen: bij het uittekenen van een diagnostisch landschap, bij het inschatten van voorkansen of het inschatten van drempels. De auteurs formuleren een aantal praktische tips om deze fouten te leren zien en voorzien. Daarnaast zetten ze de meest essentiële punten van hun strategie nog eens op een rijtje.

Academic Detailing is een strategie waarbij een onafhankelijke artsenbezoeker op wetenschappelijke evidentie gestoelde geneesmiddeleninformatie aan de huisarts verstrekt. Deze strategie wordt in de internationale literatuur geprezen om de gunstige invloed die ze uitoefent op het voorschrijfgedrag van artsen. In navolging van een pilootstudie in de Gentse regio, onderzocht een project in de regio’s Groot-Brugge en het zuidoosten van Oost-Vlaanderen in hoeverre Academic Detailing haalbaar is en door huisartsen wordt aanvaard.

Als huisartsen goede geneeskunde willen bedrijven, dan kunnen ze niet omheen de Evidence-Based Medicine (EBM). Nochtans staan heel wat praktische problemen een goede implementatie van EBM in de weg. Dit onderzoek inventariseerde de knelpunten die Vlaamse huisartsen hierbij ervaren en reikt een classificatiemodel aan dat als basis kan worden gebruikt om de implementatie van EBM in de huisartsenpraktijk op verschillende niveaus te bevorderen.

Lopen huisartsen meer kans op een symptomatische infectie dan hun patiënten? Het lijkt logisch, en toch hebben we de indruk van niet. Deze studie vergeleek de incidentiegraad van bovenste luchtweginfecties bij huisartsen en patiënten. Uit de resultaten blijkt dat huisartsen, door het veelvuldige contact met hun patiënten, sneller een hoge graad van immuniteit opbouwen. Ook regelmatige sportbeoefening zou de vatbaarheid verminderen.

Deze studie onderzocht of er een verschil bestaat in cardiovasculaire prognose tussen patiënten met wittejashypertensie en patiënten met constante hypertensie. Daarnaast ging ze na of de bloeddruk die in de spreekkamer wordt gemeten een andere prognostische betekenis heeft dan de bloeddruk die ambulant wordt gemeten. De resultaten tonen alvast aan dat ambulante bloeddrukname overdag een betere voorspeller is van majeure cardiovasculaire incidenten.