Menu

Luisteren met oogcontact en tegelijkertijd een differentiaaldiagnostisch uitsluitingsmechanisme in gang zetten. En dan een aha-moment. Wie was er gelukkiger: de jonge atleet of de (toen nog) jonge dokter.

Hoe goed is het om oud te worden, of nog beter: oud en versleten, tot op de draad. Wat doen we, als we onze bevolking langer laten vergrijzen? Een pint pakken, samen, op het einde, of toch doen alsof?

Een patiënt met zijn klachten is een drieeenheid van soma, psyche en sociale toestanden, in een onderlinge beïnvloeding. U leest een verhaal dat u wil behoeden voor ‘het struisartsensyndroom’.

Dit verhaal kan iedereen overkomen, iedere huisarts die zich begeeft in het land van het berekend risico. Vroeg of laat gaat het mis, maar dan liefst in goede omstandigheden. Omgeven door een geschiedenis die een evenwicht creëert, zodat je kunt blijven geloven dat je een goede huisarts bent.

Nederland screent om de vijf jaar naar baarmoederhalskanker, met betere resultaten, omdat de coverage hoger ligt. Wij screenen dus veel te vaak een te kleine groep, met minder goede resultaten.

Er zijn vervelende en onderhoudende wachtzalen. Maar ook leuke, waar je tot inkeer kunt komen en rustig nadenken. En soms vinden er ook verrassende ontmoetingen plaats.

Geen commentaar bij de aanbeveling, maar we blijven wel in dezelfde sfeer. Een praktijkverhaal om niet te vergeten…

Van het dossier type Maldegem, de preventiekaart tot de eerste diskette en het elektronisch dossier: wie 33 jaar in het vak zit, weet maar al te goed hoe groot de elektronische vooruitgang is geweest op zo’n korte tijdspanne.

Sommige familiegeschiedenissen grenzen aan de rand van het ongelooflijke. Soms blijken onze inmenging en invloed maar bijzonder klein te zijn. En onze normen, die we willen opleggen, overbodig. Soms hebben we eigenlijk niets te zeggen. En misschien is dat maar goed ook.

De communicatiemiddelen zijn enorm geëvolueerd, zodat familie toch in contact kan blijven met opgenomen patiënten. Waar is de tijd toen je nog alleen het diensthoofd telefonisch kon bereiken, die dan zuchtend en tergend traag iemand stuurde om de patiënt te gaan halen?