Menu

Wat zijn de noden en verwachtingen van adolescenten met betrekking tot goed anticonceptiegebruik? Hoe is hun houding ten opzichte van hulpverleners? Hiernaar werd een kwalitatief focusgroepenonderzoek gedaan bij 26 meisjes van gemiddeld 17 jaar oud. Hun kennis over het dagelijks gebruik en de bijwerkingen van contraceptiva bleek onvoldoende en vaak ook onjuist. Drempels om naar de huisarts te stappen voor anticonceptie waren vooral de kostprijs, de wachttijd en angst voor het gynaecologisch onderzoek. De adolescente meisjes verwachtten vooral vertrouwelijkheid van hun huisarts en voldoende...

De laatste jaren is het beleid ten aanzien van hormonale orale anticonceptie, die zowel oestrogenen als progestagenen bevat, sterk geëvolueerd. Gezien de uitgebreidheid van het onderwerp beperkt deze aanbeveling zich tot de hormonale orale anticonceptie, het eigenlijke pilvoorschrift. Omwille van de beperkte ervaring met hormonaal inplant wordt deze vorm van anticonceptie niet in de aanbeveling opgenomen.

Om de kwaliteit van de gezondheidszorg te bevorderen worden er voor de huisartsengeneeskundige praktijk steeds meer aanbevelingen of richtlijnen opgesteld. Welke houding hebben huisartsen tegenover dergelijke aanbevelingen? Zijn zij van oordeel dat die daadwerkelijk bijdragen tot een betere klinische zorg? Uit dit enquêteonderzoek onder 209 Vlaamse huisartsen blijkt dat de meeste huisartsen wel positief staan tegenover de aanbevelingen. De helft van de ondervraagde artsen stelt zich echter vragen bij de impact van deze richtlijnen op de verbetering van de zorg.

Vaginale klachten vormen één van de meest frequente problemen in de dagelijkse huisartsenpraktijk. Ze komen voor met een frequentie van ongeveer 29 gevallen per 1.000 vrouwen. In een gemiddelde praktijk ziet een huisarts een- à tweemaal per week een vrouw met vaginale klachten. Bij ongeveer twee derde van alle vaginale klachten is een vaginitis of vaginose de oorzaak. Een waaier van andere aandoeningen kan een rol spelen in het ontstaan van vaginale klachten bij het overige één derde.

Resultaten van wetenschappelijk onderzoek vormen een belangrijke pijler voor het opstellen van aanbevelingen voor goede medische praktijk. Volgens de principes van de 'evidence-based medicine' moeten beslissingen in de aanbevelingen worden genomen op basis van het beste beschikbare bewijsmateriaal. Niet alle 'evidence' is in kwaliteit en in vorm identiek.

Acne vulgaris is een aandoening van de ‘pilosebaceous unit’ of van de talgklierfollikel. Deze vindt men vooral in het gelaat en in mindere mate ter hoogte van het bovenste deel van de thorax en de armen.

Een gouden standaard om de verschillende luchtwegeninfecties van elkaar te onderscheiden bestaat niet. Door die onzekerheid verkiezen huisartsen soms om antibiotica voor te schrijven in gevallen waar dat eigenlijk niet nodig blijkt te zijn. Ook de verwachtingen van de patiënt en het niet willen verliezen van patiënten spelen een rol om toch antibiotica voor te schrijven. Dit kwalitatief onderzoek onder focusgroepen gaat na welke determinanten huisartsen hanteren bij hun diagnostische beslissing en behandeling van hoestklachten bij volwassen patiënten.

Samen met pediaters komen huisartsen het meest in aanraking met griep van alle gezondheidswerkers. Dikwijls worden ze besmet met het influenzavirus zonder dat ze last hebben van de symptomen. Zelfs als huisartsen koorts maken en respiratoire klachten hebben, stoppen ze zelden hun praktijkvoering. In beide gevallen zijn ze een bron van infectie voor hun patiënten. Uit een telefoonenquête in 1999 blijkt dat 34% van de tweehonderd betrokken huisartsen zich echter niet tegen griep laat vaccineren, vooral omdat ze denken geen risico te lopen. Leeftijd en geslacht hadden geen invloed op het...

Het Münchhausen-by-proxy-syndroom is een zeldzame maar ernstige vorm van kindermishandeling met een belangrijke morbiditeit en mortaliteit. Toch is dit syndroom weinig gekend en wordt het vaak door (huis)artsen gemist. De zeldzaamheid van dit syndroom en de verschillende vormen waarin het zich kan voordoen, bemoeilijken de diagnose. De huisarts heeft nochtans een belangrijke rol in het herkennen van dit syndroom en het signaleren hiervan aan het vertrouwenscentrum of de kinderarts. Hiervoor moet hij wel bedacht zijn op een aantal alarmsignalen bij het kind en bij de moeder, die meestal de...

Evidence based medicine wordt een standaard voor de goede klinische praktijkvoering. Hoewel de huisartsgeneeskunde niet aan deze evolutie kan ontsnappen, is het zo dat huisartsen in een specifiek gezondheidskader werken. Zij worden frequenter geconfronteerd met ziektebeelden dan met ziekten en krijgen vaker klachten op de raadpleging te horen dan duidelijk gedefinieerde symptomen. De vraag rijst dan ook of het klinisch beleid van de huisarts wel kan worden vergeleken met de aanpak op de tweede lijn. Zijn de evidence based klinische aanbevelingen wel geschikt voor dagelijks gebruik in de...