Gegeneraliseerde mycosen worden in Nederland uitsluitend veroorzaakt door opportunistische schimmels en gisten, die slechts bij personen met een gestoorde gastweerstand (bijvoorbeeld immuundepressie na orgaantransplantatie, intensievere chemotherapie bij patiënten met kwaadaardige aandoeningen, AIDS) tot infecties kunnen leiden. De belangrijkste verwekkers zijn Candida spp., Aspergillus spp , Cryptococcus neoformans.

In de Verenigde Staten, Denemarken, Groot-Brittannië en Zweden is aangetoond dat een lagere sociaal-economische status gepaard gaat met een hogere voor leeftijd gestandaardiseerde sterfte.

Uit een drietal onderzoeken blijkt dat de huisarts veel patiënten met perifeer vaatlijden niet als zodanig kent. Dit zullen vooral asymptomatische patiënten zijn. Ook blijkt dat het verschil in prevalentie tussen mannen en vrouwen niet zo groot is als men dacht. Wel is het mogelijk dat de ziekte bij vrouwen vaker «benigne» verloopt.

De bij mictiestoornissen optredende mictieklachten kunnen worden onderverdeeld in strangurie, dysurie, pollakisurie, imperatieve mictiedrang of urge en diverse vormen van incontinentie.

Zonlicht wordt arbitrair onderverdeeld in UV-A en UV-B licht. Het UV-B is de voornaamste oorzaak van zonnebrand, pigmentvorming en schadelijke effecten van zonlicht op de huid.

Omdat de pil door gezonde jonge mensen wordt gebruikt, worden bijwerkingen van dit produkt slecht geaccepteerd. Het oestrogene gedeelte van de pil kan veneuze problemen geven terwijl het progestatieve gedeelte arteriële vaatletsels veroorzaakt.

In principe hebben baby's geen supplementaire vitamines nodig. Er zijn echter uitzonderingen. Zeer premature kinderen hebben de eerste zes maanden vitamine D en foliumzuur nodig, baby’s van moeders die weinig vitamines innemen of van moeders die vegetariër zijn hebben vitamine B12 en D nodig.

Van ongeveer dertig patiënten die door de huisarts werden verwezen met moeheidsklachten, werden veertien patiënten die langer dan een halfjaar klachten hadden van steeds weer opkomende moeheid, subfebriele temperatuur, myalgieën en andere specifieke symptomen nader onderzocht.

In dit artikel wordt gepleit voor een betere bescherming van de gonaden bij radiografisch onderzoek. In de meeste ziekenhuizen wordt daaraan immers te weinig aandacht besteed.

De omzet van de klinische biologie is gestegen van 9,07 miljard in 1975 naar 15,419 miljard in 1980 tot 28,266 miljard in 1986. Op elf jaar tijd is dat een stijging van 311 % (67 % labotesten voor ambulante patiënten en 33 % labotesten voor gehospitaliseerde patiënten.