Menu

Tot nu toe is de behandeling van griep erg rechtlijnig: personen met een zwakke gezondheid vaccineren vooraleer het griepseizoen zich aandient en de anderen met Nieuwjaar een goede gezondheid toewensen.

Het begin van de lockdown voelde even als wittebroodsweken. Plots waren telefonische contacten (eindelijk) een volwaardige medische handeling, met de zegen van de Orde van Artsen en terugbetaling via het Riziv. De telefonische selecte van patiënten zorgde voor een veel rustiger verloop van raadplegingen, wat een relaxte meevaller was voor de gemoedsrust van de arts. De meeste patiënten begrepen ook dat zomaar bij de praktijk binnenwippen niet meer aan de orde was. Dat alles maakte ons professioneel leven rustiger en soms te rustig...

De coronaperikelen zijn nog steeds merkbaar in de praktijk. Het jojobeleid, met op- en neergaande verstrengingen en versoepelingen, vormt geen stevige bodem voor de zorgcontinuïteit in de eerste lijn.

Sommige ziekten krijgen voortdurend nieuwe namen. Denk aan de benamingen venerische ziekten en geslachtsziekten die via een tussenstadium van genito-urinaire aandoeningen overgingen in seksueel overdraagbare aandoeningen of soa’s. Het blijven beklijvende infectieziekten die nooit zullen verdwijnen. Want als we daarin lukken, vervalt ook de seksuele overdracht van ‘het leven’, dat zonder onbeschermde seks ten dode is opgeschreven.

De slogan ‘Blijf in uw kot’ van onze federale minister van Volksgezondheid had een dwingend, radicaal effect op de hele bevolking: iedereen kroop in zijn of haar schulp. Zelfs aanhoudende lichamelijke klachten waren voor velen geen reden om de dokter te contacteren.

De huidige voorzorgen in ziekenhuizen met afstand houden, gescheiden looproutes en consequent gebruik van persoonlijk beschermingsmateriaal maken de kans op besmetting tussen een zorgverlener en patiënt een pak kleiner. Een patiënt die in een ziekenhuis verblijft of deze instelling bezoekt voor onderzoek of behandeling, loopt geen reëel risico om daar COVID-19 op te lopen.

Om preventieve zorg te doen slagen is zelfmanagement door de burger cruciaal. Ook het paradepaardje van de preventieve zorg, de Gezondheidsgids, maakt deze transitie naar meer zelfmanagement. Met deze visietekst wil het kennisdomein Preventie en Gezondheidspromotie verduidelijken hoe dit in de praktijk kan worden doorgevoerd.

De diagnose van het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) steunt op de Rome IV-criteria uit 2016. Twee van de volgende drie kernsymptomen moeten aanwezig zijn: de buikpijn houdt verband met de ontlasting, de stoelgangsfrequentie is wisselend (diarree/obstipatie) en de consistentie van de ontlasting varieert tussen waterig en hard.

Behandeling met een statine om het cardiovasculaire risico te verminderen is ruimschoots ingeburgerd voor verschillende indicaties, zowel in primaire preventie (zonder antecedenten van vasculair lijden) als in secundaire preventie (gekend vasculair lijden).

Wie elke dag van thuis naar het werk pendelt, komt terecht in de meest vervuilde periodes van de omgevingslucht. Wie met de wagen, tram, bus of metro pendelt, stelt zich bloot aan een hogere concentratie fijnstof dan in de omgevingslucht aanwezig is. De blootstelling van fietsers en voetgangers is lager dan wie het gemotoriseerd vervoer gebruikt, maar hun ademhaling is sneller en dieper zodat meer fijnstof de longen binnenkomt en in de longblaasjes neerslaat.